dinsdag 18 december 2018
drie_op_een_rij_01.png

Actief burgerschap in heel het GO!

De Raad van het GO! heeft in 2016 de visietekst ‘Actief burgerschap’ goedgekeurd. Deze visie vormt het kader bij de manier waarop we leerlingen kunnen vormen tot actieve, mondige en kritische burgers die zich verbonden voelen met onze samenleving.

Voor het GO! betekent actief burgerschap dat burgers op een actieve manier mee vormgeven aan de samenleving en aan hun plaats binnen die samenleving. Kritisch nadenken, democratisch handelen en actief participeren aan onze samenleving zijn daar een deel van. Sven Gellens en Lore Deweerdt, medewerkers van de pedagogische begeleidingsdienst en architecten van de nieuwe leerlijn burgerschap (LLAB), vertellen.

Sven Gellens: “Uit nationale en internationale onderzoeken en peilingproeven bij 14-jarigen en leerlingen van de derde graad blijkt dat het met de kennis over burgerschap van onze Vlaamse leerlingen goed zit, maar dat hun tolerantie voor culturele diversiteit lager is dan in de ons omringende landen. Onze burgerschapseducatie en participatiegraad hinken achterop. Participatie is in ons Vlaams onderwijs nog te formeel, ze dringt onvoldoende door in onze schoolcultuur.”

Lore Deweerdt: “Burgerschap zit wel in de vakoverschrijdende eindtermen, maar die worden nog ten onrechte als louter na te streven doelstellingen beschouwd. De huidige aanpak leidt te weinig tot het verwerven van de competenties van actief burgerschap.”

Sven: “Eerdere projecten over actief pluralisme en interlevensbeschouwelijke dialoog deden ons inzien dat, als we ons pedagogisch project (PPGO!) in de praktijk willen waarmaken, er meer nodig is.”

Lore: “Uit gesprekken met de Scholierenkoepel en onze GO! campagne ‘Wees de stem, niet de echo’ (in het kader van het GO! memorandum, red.) bleek al dat leerlingen vragende partij zijn voor meer aandacht voor burgerschap en participatie op school. Bovendien gaan de nieuwe eindtermen burgerschap voor de eerste graad van het secundair onderwijs, die vanaf september 2019 in werking treden, uit van de Europese sleutelcompetenties waarin burgerschapcompetenties een vooraanstaande plaats innemen. Het is dan ook belangrijk dat we die nieuwe eindtermen volgens onze inzichten mee vormgeven.”

quote icoon

“Eerdere projecten over actief pluralisme en interlevensbeschouwelijke dialoog deden ons inzien dat, als we ons pedagogisch project (PPGO!) in de praktijk willen waarmaken, er meer nodig is.”

— Sven Gellens, een van de architecten van de nieuwe leerlijn burgerschap (LLAB)

Leerlijn

Sven: “Met de leerlijn actief burgerschap (LLAB) geven we onze leerlingen de ruimte om het begrip burgerschap te verkennen en het in de praktijk om te zetten. We zetten de maatschappij in de school en de school in de maatschappij.”

Lore: “Actief burgerschap brengt ons pedagogisch project ‘samen leren samenleven’ in de praktijk. Actief geeft een diepere dimensie aan onze keuze voor neutraliteit: met de leerlingen stappen we van waardenoverdracht naar waardenverheldering.”

Sven: “Het is dus niet iets dat er ‘weer eens bij komt’. In relatie met neutraliteit is actief burgerschap de core business van ons pedagogisch project!”

Geen waan van de dag

Lore: “We zochten naar de competenties voor burgerschap die in de verschillende leervakken verborgen zitten. Vervolgens inventariseerden we de stand van zaken van onderzoeken over actueel burgerschap en de methodieken om in de lessen aan burgerschap te werken. Onze ideeën testten we dan uit in enkele pilootscholen. Dat bracht ons stap voor stap bij een voor scholen bruikbare aanpak die we in een leerlijn vertaalden en aan feedbackgroepen met leerkrachten en experts voorlegden. Voor de uitbouw van een schoolbrede burgerschapscultuur steunden we uiteindelijk op een implementatiemodel van een professioneel lerende gemeenschap.”

Sven: “De meeste bestaande leerlijnen over burgerschap zijn thematisch. De LLAB is een competentieleerlijn en dat is toch wel vernieuwend. We trainen onze leerlingen in filosoferen, waardenvorming en duurzaam samenleven. Ze leren die competenties in thema’s als fake news of geweldloze communicatie toepassen. Competentiegericht betekent dat thema’s ondergeschikt zijn aan de vaardigheden en attitudes die de leerlingen verwerven. We werken met clusters van competenties. Elke competentie bestaat telkens uit kennis, vaardigheden en attitude.”

Lore: “Voor mensenrechten vragen de leerlingen zich af welke competenties ze nodig hebben om hun tanden in dat thema te zetten. De competenties die ze zich eigen maken, zetten ze dan in bij een nieuw thema. De scholen kunnen mee bepalen aan welke thema’s ze willen werken.”

Sven: “De leerlijn is bruikbaar voor alle onderwijsvormen. We hebben geen tien versies voor tien doelgroepen. Je past ze gemakkelijk aan het beheersingsniveau van je leerlingen aan.”

Lore: “Ze is het resultaat van wetenschappelijk onderzoek én het maken van expliciete keuzes. We gingen uit van reële maatschappelijke evoluties, niet van een dubieus buikgevoel of de waan van de dag.”

quote icoon

We gingen uit van reële maatschappelijke evoluties, niet van een dubieus buikgevoel of de waan van de dag.

— Lore Deweerdt, een van de architecten van de nieuwe leerlijn burgerschap (LLAB)

Pleidooi voor éénuursvak

Lore: “De LLAB kan je in vier stappen invoeren. In stap één bekijk je met je schoolteam wat je al in de leervakken en vakoverschrijdend voor burgerschap doet. Op hun beurt reageren de leerlingen op de stellingen van de online burgerschapbooster. Dat levert hen automatisch een schooluniek burgerschapsrapport op, waaruit de leerlingen en het schoolteam kunnen afleiden dat de school bijvoorbeeld voor buitenschoolse activiteiten goed maar voor cultuureducatie ondermaats scoort. Verschillende meningen kunnen in de burgerschapbooster aan bod komen. Geen enkele leerling mag het gevoel hebben dat zijn of haar mening er niet toe doet.”

Sven: “De resultaten van de booster geven leerkrachten al een kader om lessen over burgerschap te ontwikkelen en het schoolteam om aan een schooleigen versie van actief burgerschap te werken.”

Lore: “In een tweede stap werkt het schoolteam haar visie over actief burgerschap uit: hoe denken wij hier als team over? Welke plaats neemt het in onze school in? Hoe stappen we van burgerschap naar actief burgerschap?”

Sven: “In stap drie bepaalt de school hoe ze aan actief burgerschap wil werken. Dat kan via de invoer van een één- of twee-uurs lesvak actief burgerschap. Naast de basisvorming kunnen scholen het complementair gedeelte voor een deel vrij invullen. In het eerste jaar gaat het hier om vijf lesuren, in de tweede en derde graad hangt het af van de richting die de leerling volgt.”

Lore: “Je kan ook voor een klasoverstijgende aanpak kiezen, waarbij je verschillende competenties of inhouden in verschillende vakken onderbrengt. Het kan ook met de doordachte organisatie van allerlei schoolprojecten, maar dan moet er een sterke visie achter zitten. Losse projecten scoren weinig blijvende resultaten. Co-teaching kan hierbij een oplossing bieden.”

Sven: “In deze fase bepaal je ook welke mate van participatie je de leerlingen wil bieden en hoe je je werking rond actief burgerschap binnen en buiten de school zichtbaar maakt.”

Lore: “Stap vier is dan de permanente opvolging, evaluatie en bijsturing van je actieve burgerschapswerking.”

Sven: “Actief burgerschap heeft een eigen, specifieke vakdidactiek. Daarom pleiten we ervoor het als een éénuursvak in te voeren. Je kan dat vak dan nog altijd met een schoolbrede projectwerking ondersteunen.”

 

quote icoon

Een dynamische werking rond actief burgerschap op school kan alleen slagen als het hele team er zich achter zet, er een visie over heeft, over een plan van aanpak beschikt en die aanpak pedagogisch vertaalt.

Teamwerk

Lore: “Op het eerste gezicht lijkt actief burgerschap een kluif voor de leerkracht geschiedenis, Nederlands of cultuurwetenschappen. Maar dat hoeft niet. De directie maakt uit welke van zijn of haar leerkrachten hiervoor het meest geschikt is, welk teamlid over de nodige competenties beschikt. Dat kan net zo goed een geëngageerde leerkracht LO, Engels, scheikunde of technologische opvoeding zijn. Het is zeker niét de bedoeling dat het lesuur of de lesuren bij de collega met te weinig lesuren terechtkomt.”

Sven: “Een dynamische werking rond actief burgerschap op school kan alleen slagen als het hele team er zich achter zet, er een visie over heeft, over een plan van aanpak beschikt en die aanpak pedagogisch vertaalt. De directeur belichaamt dit proces en ondersteunt zijn team hierbij. Daarom volgen sommige directeurs de opleidingen die we rond actief burgerschap organiseren.”

Lore: “Sinds september 2017 experimenteren elf pilootscholen met de leerlijn actief burgerschap. De leerkrachten van die scholen geven elkaar geregeld feedback en wisselen ervaringen en materialen uit.”

Sven: “Na enkele maanden geven de pilootscholen al aan dat de toepassing van de leerlijn bij de leerlingen tot een verhoogde interesse in de kleine en grote wereld rondom hen leidt. ‘Samen leren samenleven’ lukt dus als we er werk van maken.”

Lees het volgende artikel

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...