Flexibele leertrajecten
Mark Willems: "We moeten niet langer didactische instrumenten ontwerpen voor de gemiddelde maar voor de specifieke leerling. Bij de ontwikkeling van die didactiek en de bijbehorende ICT vertrekken we vanuit de visie dat de lerende iets met zijn of haar leren te maken heeft. Daarom moeten we die lerende bij de creatie van dat leren betrekken. Technologie staat ten dienste van de leernoden van de individuele leerling. Die aanpak moet tot een beter onderwijs leiden, een sterker en dieper leren in functie van de leerplannen. De lerende weet best waar hij of zij nood aan heeft om te leren.
De middenschool Prins van Oranje in Diest werkte al met flexibele leertrajecten. Dat leek me de goeie potgrond om het innovatief project uit te testen."
Van strip, scenario, storyboard naar software
Mark Willems: "Tijdens de projectdriedaagse werken leerlingen, leerkrachten en ouders samen met enkele externen - een illustrator en twee ICT-programmeurs - met ‘Service design’: een methode om de kwaliteit van je aanbod te verbeteren. In een workshop doorlopen de deelnemers een proces waarbij analytisch denken en fysiek bouwen elkaar aanvullen en afwisselen.
We vertrekken vanuit de ontwerpvraag van de leerling: 'Welke problemen kom ik bij het leren tegen?' We ontrafelen die problemen om ze duidelijker te benoemen. Samen zoeken we dan naar mogelijkheden en oplossingen die we met foto’s, tekeningen, lego, papier en schaar en de hulp van een illustrator zichtbaar maken."
"We werken met stripverhalen, niet met helden, maar met antihelden: helden van vlees, bloed en gebreken waarin de leerlingen zich herkennen. Ze staan symbool voor de dingen waar zij het op school moeilijk mee hebben. Een illustrator tekent de (anti)helden. Samen maken we een inventaris op van de aangehaalde problemen. De antihelden evolueren in scenario’s die in storyboards worden omgezet. Welke kenmerken mist de antiheld?
Aan de scenario’s voegen we dan contextelementen toe waardoor de problemen van de antihelden scherper naar voren komen. Op de laatste projectdag nemen de twee programmeurs zes concepten mee waar ze met een aantal collega’s vier dagen mee aan de slag gaan. Eén week later moet dat uitprobeerbare software opleveren die het leren op school vergemakkelijkt. Ze geeft meteen aan welke dingen wel en welke niet met ICT kunnen worden aangepakt. Zo kunnen we die software doordacht verder ontwikkelen.
De ervaringen uit dit pre-pilootproject testen we volgend schooljaar uit in enkele andere pilootscholen. Uiteindelijk willen we uitkomen bij een ontwikkelingslijn die aangeeft welke ‘architectuur’ we voor de integratie van leerplannen, nieuwe didactiek en ICT in andere scholen nodig hebben."