woensdag 27 april 2016
co-crea_06_thumb.png

Co-creatief didactisch vernieuwen

"Scholen die vernieuwen zetten in op didactiek, ofwel op ICT. Die twee samenbrengen is een hele uitdaging", beweert Mark Willems, pedagogisch begeleider Innovatie en ICT-integratie. Om uit te zoeken hoe het wel kan, begeleidt hij in de middenschool Prins van Oranje in Diest een driedaags pilootproject rond innovatieve didactiek: een verhaal van co-creatie via service design, bottom-up-werken en doorgedreven leerlingenparticipatie. Hiermee geeft het GO! aan dat het op een eigentijdse manier werk maakt van 'samen leren samenleven'.

Antihelden van vlees en bloed

Mark Willems:

"Ons onderwijs heeft nood aan een upgrade. We worstelen met de confrontatie van een oude, twintigste-eeuwse didactiek met de nieuwe technologieën van de eenentwintigste eeuw. Het rapport 'Student, computer and learning' van de OESO stelt dat leerlingen van ICT niet slimmer worden. Dus moet je stilstaan bij de manier waarop je dat aanpakt. Het gaat dus niet om meer ICT, maar om ICT die een goede didactiek versterkt."

Flexibele leertrajecten

Mark Willems: "We moeten niet langer didactische instrumenten ontwerpen voor de gemiddelde maar voor de specifieke leerling. Bij de ontwikkeling van die didactiek en de bijbehorende ICT vertrekken we vanuit de visie dat de lerende iets met zijn of haar leren te maken heeft. Daarom moeten we die lerende bij de creatie van dat leren betrekken. Technologie staat ten dienste van de leernoden van de individuele leerling. Die aanpak moet tot een beter onderwijs leiden, een sterker en dieper leren in functie van de leerplannen. De lerende weet best waar hij of zij nood aan heeft om te leren.

De middenschool Prins van Oranje in Diest werkte al met flexibele leertrajecten. Dat leek me de goeie potgrond om het innovatief project uit te testen."

Van strip, scenario, storyboard naar software

Mark Willems: "Tijdens de projectdriedaagse werken leerlingen, leerkrachten en ouders samen met enkele externen - een illustrator en twee ICT-programmeurs - met ‘Service design’: een methode om de kwaliteit van je aanbod te verbeteren. In een workshop doorlopen de deelnemers een proces waarbij analytisch denken en fysiek bouwen elkaar aanvullen en afwisselen.

We vertrekken vanuit de ontwerpvraag van de leerling: 'Welke problemen kom ik bij het leren tegen?' We ontrafelen die problemen om ze duidelijker te benoemen. Samen zoeken we dan naar mogelijkheden en oplossingen die we met foto’s, tekeningen, lego, papier en schaar en de hulp van een illustrator zichtbaar maken."

"We werken met stripverhalen, niet met helden, maar met antihelden: helden van vlees, bloed en gebreken waarin de leerlingen zich herkennen. Ze staan symbool voor de dingen waar zij het op school moeilijk mee hebben. Een illustrator tekent de (anti)helden. Samen maken we een inventaris op van de aangehaalde problemen. De antihelden evolueren in scenario’s die in storyboards worden omgezet. Welke kenmerken mist de antiheld?

Aan de scenario’s voegen we dan contextelementen toe waardoor de problemen van de antihelden scherper naar voren komen. Op de laatste projectdag nemen de twee programmeurs zes concepten mee waar ze met een aantal collega’s vier dagen mee aan de slag gaan. Eén week later moet dat uitprobeerbare software opleveren die het leren op school vergemakkelijkt. Ze geeft meteen aan welke dingen wel en welke niet met ICT kunnen worden aangepakt. Zo kunnen we die software doordacht verder ontwikkelen.

De ervaringen uit dit pre-pilootproject testen we volgend schooljaar uit in enkele andere pilootscholen. Uiteindelijk willen we uitkomen bij een ontwikkelingslijn die aangeeft welke ‘architectuur’ we voor de integratie van leerplannen, nieuwe didactiek en ICT in andere scholen nodig hebben."

cocreatie01c.jpg

_________________________________________________________

Hoe ervaren de leerlingen deze andere aanpak?


"In het begin was het moeilijk, maar toen werd het opeens duidelijk."

Nejwa, 1B
______

"De ontwerper in mij kwam boven."

Liam, 1B
______


"Mag ik tijdens de middag binnenblijven om er verder aan te werken?"

Maarten, 1B
______


"Ik heb geleerd om geboeid samen te werken in groep en in stappen naar een bepaald doel toe te werken. In het begin was het niet duidelijk waar men naartoe wou, maar achteraf kon ik het allemaal zien. Ik vond deze evolutie belangrijk. Ik heb ook geleerd om creatief te zijn. Het is mooi te weten dat ik dat ook kan."

Lenne, 1B

_________________________________________________________​

co-creatieKnipselafgesn.JPG

Van strip naar software

Tijdens de projectdriedaagse werken leerlingen, leerkrachten en ouders samen met enkele externen - een illustrator en twee ICT-programmeurs - met ‘Service design’: een methode om de kwaliteit van je aanbod te verbeteren. In een workshop doorlopen de deelnemers een proces waarbij analytisch denken en fysiek bouwen elkaar aanvullen en afwisselen.

De digitale potgrond van Diest

"In onze vernieuwingsoperatie stonden we te weinig stil bij de rol die ICT hierin kan spelen. Daarom vroeg ik aan Mark Willems hoe hij die rol ziet. We zochten naar een leertool die leerlingen helpt om zelf hun leertraject te plannen," zegt Peter Verheyden, directeur van de Diestse middenschool Prins van Oranje.

Peter Verheyden: "Ik vervang geen oude stoelen door nieuwe zonder te weten wat er de meerwaarde van is. Dat geldt ook voor i-pads. Als ik ze aankoop, moet ik weten welke visie er achter zit. Aparte ICT-lessen vind ik zinloos. Die moeten altijd ten dienste staan van een bepaalde opdracht. Al besef ik natuurlijk wel dat we in het belang van de leerlingen op een slimme manier van die moderne technologie gebruik moeten maken."

Gemotiveerde leerlingen

Peter Verheyden: “Onze leerlingen legden een hobbelig traject af. Ze werden continu met hun gebreken geconfronteerd. Schoolmoeheid ligt op de loer.

Daarom besloten we vorig schooljaar het anders aan te pakken. In de B-stroom smeedden we de algemene vakken samen tot één blok van 11 uur per week. De leerkrachten werken voortaan in team en staan altijd met minstens twee voor de klas. De leerlingen stellen zelf hun weekplan op. Ze bepalen zelf aan welke leervakken ze werken en aan welke oefeningen ze nood hebben."

Deze aanpak plaatst de leerlingen voor hun eigen verantwoordelijkheid. Vorig jaar werkten we zo in 1B, dit schooljaar ook in 2B, volgend schooljaar trekken we die aanpak door naar de A-stroom. Resultaten waren er onmiddellijk: de leerlingen verwerken meer leerstof, zijn gemotiveerder, er zijn minder tuchtproblemen omdat we leer- en attitudeproblemen positief bekijken. Leerkrachten werken in team, versterken elkaar en vinden het veel aangenamer werken (Cf. het artikel over co-teaching in het vorige nummer van Helemaal GO!).

Autonoom team

Peter Verheyden: "Ik wilde het begrip ‘eigenaarschap’, zowel voor leerlingen als leerkrachten in de praktijk brengen. Ik liet de leerkrachten mee nadenken over hoe zij de vernieuwing zien en de evolutie zagen van ‘onze directeur heeft het gezegd’ naar ‘hoe willen wij ons onderwijs organiseren?’

Mijn leerkrachten werken volledig autonoom. Ze geven alleen les in de B-stroom. Zo kunnen ze zich volledig op hun leerlingen concentreren. Samen volgen ze de groei van de leerlingen op, ze staan ook in voor de zorg en het oudercontact. Elk teamlid heeft twee uren voor onderling overleg of overleg met de coach die samen met mij de vernieuwingsoperatie begeleidt. Het is een zelfsturend team met een eigen klasbudget. Volgend schooljaar breid ik het team tot vier leerkrachten uit."

Leerlingen aan de top

Peter Verheyden: “Onze visie is onze houvast, geen vodje papier. Als we een stap zetten, vragen we ons af: ‘Hoe past dat binnen onze visie?’ Toen ik enkele jaren geleden directeur werd, viel het me op dat in het organogram van de school de leerlingen niet voorkwamen. In het begin van het schooljaar heb ik het hertekend. Nu staan de leerlingen bovenaan, de directie helemaal onderaan.

Voorlopig zijn enkel de algemene vakken bij het flexibel leertraject betrokken. Een volgende stap is de integratie met de technische en creatieve vakken. Ook dat pakken we procesmatig aan. Volgend schooljaar brengen we die vakken samen in drie vakoverschrijdende projecten, bijvoorbeeld in een muziekweek, een beeldende of een technische week. Op het einde bekijken we dan waar de overlappingen zitten met het flexibel leertraject algemene vakken.


De andere leerkrachten zien dat die aanpak werkt. Op een pedagogische studiedag legde ik hen het traject uit en gingen we naar de projectklas kijken. Een leerkracht die er wat sceptisch tegenover stond, merkte op: "Ik zag een leerling die zeker vijf minuten niks heeft gedaan. Bij mij gebeurt dat niet”. Ik vroeg hem dan of hij in het hoofd van zijn leerlingen kon kijken. Er zijn er natuurlijk altijd die hun twijfels hebben. Maar elke week komen er scholen van alle netten naar onze aanpak kijken. Ik denk dat het besef groot is dat we op een keerpunt staan, en dat ons onderwijs echt anders moet. Nu is het uitkijken naar de resultaten van het pilootproject en hoe we de software in ons leertraject kunnen integreren."

Ook zin om met co-creatie aan de slag te gaan?

Neem contact op met Mark Willems (mark.willems@g-o.be) of met je regiobegeleider.

Lees het volgende artikel

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...