vrijdag 17 november 2017
vragen_01.jpg

Meertalenbeleid op school: 10 veelgestelde vragen

Wat is het verschil tussen een taal-, talen- en meertalenbeleid? Hoe breng je het talige kapitaal van je school in kaart? Hoe bereik je de leerplandoelen? Vragen en antwoorden in klare taal.

1. Wat is het verschil tussen een taal-, talen- en meertalenbeleid?

Een taalbeleid wil de taalvaardigheid van de leerlingen in het Standaardnederlands verbeteren. Een talenbeleid stimuleert de taalvaardigheid in het Standaardnederlands én de moderne vreemde talen. Een meertalenbeleid gebruikt het startkapitaal van de meertalige lerende om dezelfde doelen te bereiken.

De organisatie van een meertalenbeleid is vergelijkbaar met het talenbeleid. Je zoekt aansluiting bij de beginsituatie van de lerenden en hun moedertaal. Als je het volledige talenrepertoire van alle lerenden bij het talenbeleid betrekt, wordt het krachtiger. Je brengt eerst de meertalige beginsituatie van je school in kaart. Van daaruit stel je doelen, koppelt er acties aan vast en je vertaalt die afspraken voor het hele team.

2. Hoe breng je het talige kapitaal van je school in kaart?

Je kan die screening in het onthaalbeleid van je school opnemen, onder andere via een vertrouwelijk gesprek met de ouders. In de klas kan de leerkracht met de leerlingen een gesprek aangaan over de talen die zij spreken. Zo krijg je zicht op welke talen de lerenden in welke situaties gebruiken en heb je een beeld van de taalcompetenties van de lerenden.

3. Hoe bereik je de leerplandoelen?

Via een meertalenbeleid werkt de school aan de randvoorwaarden om alle leerplandoelen in een latere fase te realiseren. Als je de moedertaal van de leerling bij het leerproces betrekt, help je die om zijn of haar onderwijstaal beter onder de knie te krijgen en daardoor ook leerinhouden te verwerven. Als je aan je leerlingen hoge verwachtingen stelt en hun kunnen bevestigt, stuw je hun leerprestaties vooruit.

4. Hoe voer je een meertalenbeleid op school?

Een open attitude tegenover de talen van de leerlingen heeft een positieve invloed op hun welbevinden. Dat bereik je door die meertaligheid op verschillende, creatieve manieren zichtbaar te maken. Op die manier erken je hun identiteit en eigenwaarde. Ze geeft een directe toegang tot inhouden en brengt de andere leerlingen ook het besef van en belangstelling voor andere talen bij. Je breekt grenzen open en verruimt de wereld van alle leerlingen. Ook bij cognitief minder sterke leerlingen versterk je het talige kapitaal en hun basisgeletterdheid.

quote icoon

Een open attitude tegenover de talen van de leerlingen heeft een positieve invloed op hun welbevinden.

5. Hoe voer je een meertalenbeleid in de klas?

Leerkrachten moeten inzicht hebben in een meertalig taalverwervingsproces. Het uiteindelijke doel is de beheersing van het Standaardnederlands. Daarom is het belangrijk om afspraken over het gebruik van de moedertaal te maken. Duidelijke sociale taalregels kan je in het talenbeleidsplan en het schoolreglement vastleggen.

Het functionele gebruik van de talige diversiteit in de klas sluit aan bij het principe van taal de hele dag. Daarbij zorg je voor een rijk taalaanbod, veel kansen voor taalproductie en een positieve taalfeedback.

Taalgericht vakonderwijs is een krachtige pedagogisch-didactische aanpak waarbij de leerkracht de nodige taalsteun biedt, de juiste context voor de leerinhouden creëert en ruimte laat voor voldoende interactie tussen de leelingen.

6. Hoe voer je een meertalenbeleid op de speelplaats?

De speelplaats is de plaats om eventjes te doen wat je wil. Ze schept mee de voorwaarden om optimaal in de klas te kunnen leren. De speeltijd sluit aan bij de persoonlijkheid van de leerlingen en daartoe behoort ook het spreken van hun moedertaal. Het is cruciaal dat scholen ook voor de speelplaats goede afspraken maken waar alle partijen achter staan.

7. Hoe voer je een meertalenbeleid met de ouders?

De school kan ouders bijbrengen hoe zij voor hun kinderen taalexperten kunnen zijn en hoe zij hen een zo rijk mogelijk taalaanbod in hun moedertaal kunnen geven. Aan de andere kant verwacht het GO! van de ouders dat ze positief ten opzichte van het Standaardnederlands staan. Als zij het ook zelf willen en durven spreken, betekent dat voor de kinderen een stap vooruit in hun taalleerproces. Elke GO! school maakt daarom werk van een vlotte communicatie met de ouders en stimuleert hen om zelf Standaardnederlands te leren. Daarvoor doet ze eventueel een beroep op (externe) ondersteuning.

quote icoon

Zorg voor een rijk taalaanbod, veel kansen voor taalproductie en een positieve taalfeedback.

8. Moeten de leerkrachten al die thuistalen spreken?

Uiteraard moeten leerkrachten niet alle moedertalen spreken die de leerlingen de klas binnenbrengen. Voor de leerkracht komt het erop aan om los te durven laten en vertrouwen in de leerlingen te hebben. Als leerlingen hun moedertaal spreken, kan de leerkracht zich positief betrokken tonen en vragen om in het Standaardnederlands uit te leggen waar het gesprek over gaat. Als leerkrachten en leerlingen duidelijke afspraken maken over het gebruik van de moedertaal in de klas, geeft dat beide partijen houvast. Als de leerkracht de taal van de leerling(en) wel spreekt, kan hij of zij wijzen op syntactische, grammaticale of lexicale gelijkenissen of verschillen tussen beide talen.

9. Botst het meertalenbeleid met de taalwetgeving?

De groei van de talige diversiteit in Vlaanderen verandert niets aan de  taalwetgeving. Het Standaardnederlands blijft in scholen de instructietaal, behalve in de lessen moderne vreemde talen. De taalwet van 1963 geldt voor de scholen, niet voor de leerlingen en hun ouders. Ook dialecten zijn volwaardige talen, maar geen Standaardnederlands. Ze kunnen dus niet als onderwijstaal worden ingezet en hebben dezelfde status als de moedertalen van de nieuwkomers. Dialecten maken wel deel uit van de talige diversiteit op school en het spreken ervan kan het welbevinden van de leerlingen verhogen en een opstap naar leren zijn.

10. Waar vind ik hulp om die meertaligheid stap voor stap in te voeren?

Hiervoor kan je een beroep doen op de expertise van de Pedagogische begeleidingsdienst. Je regioadviseur kan je helpen om via de kwaliteitscirkel een meertalenbeleid uit te stippelen. Het nascholingsaanbod van het GO! omvat de verschillende aspecten van het meertalenbeleid. De virtuele ruimte Talenbeleid op Smartschool krijgt een extra luik Meertalenbeleid.

Ook heel wat CVO’s hebben expertise met Nederlands als tweede taal en het werken met anderstalige lerenden.

Het aanbod van AN in kleuter- en lager onderwijs, OKAN in het secundair onderwijs en NT2 in het volwassenenonderwijs geeft kansen om samen  het meertalige kapitaal in de scholengroep te laten renderen.

Lees het volgende artikel

Ontvang het "Helemaal GO!"-magazine in je mailbox.

Laden...