
Drie GO! scholen werken samen rond nieuwe sportrichting
De modernisering van het secundair onderwijs zorgt voor heel wat veranderingen. Een nieuwe studierichting vormgeven is bijvoorbeeld zeker niet evident. Zowel in Denderleeuw als in Lokeren biedt een school van het GO! recent de nieuwe richting Sport in dubbele finaliteit aan. In GO! atheneum Voskenslaan zijn ze al langer vertrouwd met sportrichtingen, maar ook daar moest de nieuwe richting een andere invulling krijgen. De drie scholen hebben elkaar gevonden om samen te werken om zowel de leerkrachten te versterken als de sportrichting beter te maken.
We spraken met Tina Van der Stock van GO! atheneum Denderleeuw en Cathy De Raes van GO! technisch atheneum Lokeren over hoe deze samenwerking tot stand is gekomen, hoe dit praktisch verloopt en wat voor hen de voordelen zijn.
Tina Van der Stock: “Zowel in Lokeren als bij ons in Denderleeuw is de richting Sport in dubbele finaliteit vrij nieuw. Binnen onze scholengroep bieden we ook de doorstroomrichting Sportwetenschappen aan (aso), maar wij wilden ook een sportrichting met dubbele finaliteit inrichten. Omdat mijn school beschikt over een gloednieuwe sporthal, viel de keuze op onze school.”
Cathy De Raes: “Ook in Lokeren is de richting vrij nieuw. In het begin ben ik in mijn eigen contacten gedoken en heb ik eerst contact opgenomen met het GO! atheneum Voskenslaan in Gent. Die school heeft al tientallen jaren ervaring in sportonderwijs. Nog voor de coronacrisis hebben we een eerste keer samengezeten om tips en tricks uit te wisselen. Dat is door de pandemie even stilgevallen, maar in december 2021 hebben we de draad weer opgenomen.
Tina: “En blijkbaar heb ik net op dat moment ook een bericht gestuurd naar Cathy om van gedachten te wisselen rond de sportrichting. Zo is de samenwerking heel toevallig en heel spontaan ontstaan en gegroeid.”

Onze leerkrachten stonden te springen om samen te werken met andere scholen.
— Cathy De Raes van GO! technisch atheneum Lokeren
Tina: “Ik had een nieuwe master in dienst genomen voor de sportrichting. Zij vond het niet evident om grotendeels alleen die richting in te vullen. Ze miste een sparringpartner om ideeën af te toetsen. We zijn dan een eerste keer samengekomen eind vorig jaar met de drie directies en van elke school een sportleerkracht. Daar hebben we eens afgetast wat de gemeenschappelijke vragen waren en wat iedereen van een samenwerking verwachtte.”
Cathy: “Die vergadering verliep positief en zo hebben de drie directies de volgende sessies geprikt en voorbereid. Bedoeling is dat elke samenkomst een bepaald onderwerp behandelt en de betrokken leerkrachten bij het overleg aanwezig zijn en samen aan de slag gaan. Dat is op zich vrijblijvend, we willen leerkrachten niet verplichten om samen te werken. Zoiets moet je zelf met volle goesting doen. Maar we merkten meteen dat onze leerkrachten stonden te springen om hierop in te gaan.”
Vakoverschrijdend werken
Hoe verlopen die sessies concreet?
Tina: “Zo zijn er al verschillende sessies georganiseerd. Een van de sessies ging bijvoorbeeld over ‘vakoverschrijdend werken’. We maakten verschillende groepjes met bijvoorbeeld leerkrachten wetenschappen en wiskunde samen met een sportleerkracht. Of een groepje Nederlands en sport. De leerkrachten hebben vrijuit met elkaar gepraat over de moeilijkheden die zij ervaren en welke mogelijkheden er zijn. Samen hebben ze een concreet idee uitgeschreven dat vervolgens wordt uitgeprobeerd en later geëvalueerd. Zo zijn het telkens andere leerkrachten bij de verschillende sessies.”
Cathy: “Die sessies gaan ook niet altijd over de inhoud van een vak, maar ook over hoe je het aanpakt. Zo is er bijvoorbeeld de methodologie van ‘sportfolio’. Dat is een soort overzicht voor de leerling van alle verworven kennis en vaardigheden van verschillende sporten. Maar hoe vul je dat concreet in? Doe je dat met filmpjes? Zo ja, hoe gebruik je die dan? Welke puntenschaal hanteren jullie om een bepaalde sportdiscipline te beoordelen? Dat soort vragen zijn ook heel boeiend voor de leerkrachten.”
Tina: “Belangrijk is ook dat het niet louter babbelsessies zijn. Het is altijd de bedoeling om iets in gang te zetten. En dat kan veel vormen hebben. Dat kan betekenen dat we een idee uitproberen, maar net zo goed dat we afspreken om de herwerking van een bepaalde cursus te verdelen onder verschillende leerkrachten.”
Doe ik het goed?
Wat is het doel van de samenwerking en wat zijn de voordelen?
Tina: “Er zijn verschillende voordelen aan deze samenwerking. Iets wat we heel sterk voelen, is dat het de leerkrachten versterkt omdat ze nu een klankbord hebben. Ze kunnen hun eigen ervaringen toetsen aan de ervaringen van andere leerkrachten en leren van elkaars tips en tricks.”
Cathy: “De wereld gaat een beetje open voor de leerkrachten. Ze zitten altijd wel met vragen zoals: “Doe ik het wel goed?” of “Wat zou er beter kunnen?” Als je daar dan met collega’s over kan praten, dan helpt dat enorm. Het is een soort van professionele leergemeenschap waar je snel feedback krijgt op je ideeën of ervaringen. Op die manier versnellen we ook het leerproces bij de leerkrachten.”

De leerkrachten zijn elkaars klankbord. Dat helpt hen enorm om zelfzekerder voor de klas te staan.
— Tina Van der Stock van GO! atheneum Denderleeuw
Tina: “Maar ook voor de leerlingen heeft deze samenwerking voordelen. De leerkrachten leveren echt wel veel inspanningen om ook de algemene vakken interessant en sportgericht te maken. Bij het springen over de bok worden elementen uit de fysica aangehaald, de curve die een basketbal maakt als je hem gooit kan bijvoorbeeld ook teruggekoppeld worden naar de wiskundeles. Enzovoort.”
Cathy: “Onze leerkracht Frans is bijvoorbeeld met de klas gaan lopen om onderweg enkele woorden en instructies in het Frans te leren benoemen. Dat zijn allemaal zaken die het leren aangenamer maken en de leerwinst kunnen bevorderen.”
Enkel voordelen dus?
Cathy: “Zeker! We merken dat dit goed werkt voor de leerkrachten en de leerlingen krijgen meer les in hun eigen leefwereld. Hierdoor kan de studierichting steeds beter worden. Bovendien vind ik het ook fijn dat wij als directie elkaar leren kennen. Zo krijg je ook een persoonlijke klik en worden ook wij zelfzekerder in onze job. Als ik ergens mee zit, kan ik het ook altijd eens aan Tina vragen.”
.