1 + 1 = 3 wordt wel eens beweerd. Kunnen 2 + 2 + 2 dan ook meer zijn dan 6? Twee van onze GO! scholen, een uit het gewoon en een uit het buitengewoon onderwijs werken samen met twee scholen uit Portugal en twee uit Spanje. Een goed idee?
Met een school een internationale uitwisseling organiseren is al een verrijking. Nog boeiender wordt het als die uitwisseling ook leerlingen uit het gewoon en het buitengewoon onderwijs bij elkaar brengt. Dat inclusieve verhaal schrijven GO! SBSO ’t Vurstjen in Evergem en GO! basisschool De Driesprong in Maldegem samen. Deze Vlaamse scholen leren zo twee scholen uit Portugal en twee scholen uit Spanje beter kennen. Dit project loopt via Erasmus+, een Europees project dat Europese uitwisselingen in het onderwijs stimuleert en ook financieel ondersteunt.
De week van 26 tot 30 september 2022 was Evergem de plaats van afspraak voor alle zes scholen. Silvia Roels is leerkracht van ’t Vurstjen in Evergem en Evy Sierens is coördinator van De Driesprong in Maldegem. We vroegen aan hen wat het project concreet inhoudt en wat de waarde voor hen is van deze uitwisseling.
Evy Sierens: “Het project heet Ludanta Kune en dat is Esperanto voor Samen Spelen. Dat zegt veel over wat we doen: op een heel inclusieve manier samen spelen. We doen dat met twee scholen uit Vlaanderen, twee uit Spanje en twee uit Portugal. Die zes scholen bezoeken elkaar en telkens wordt er met een andere invalshoek gewerkt rond het thema ‘samen spelen’. Deze week zijn alle scholen te gast in Evergem en de focus ligt nu op de volksspelen uit ons verleden. Wij hebben al traditionele spelletjes van bij ons gespeeld, maar later deze week leren wij ook traditionele Spaanse en Portugese spelletjes kennen.
Evy: “Dat klopt, bij elk bezoek komen van elke school ongeveer twee leerkrachten en een vijftal leerlingen samen. Deze week zijn er zo dus dertig kinderen en tien leerkrachten die zo goed als alles samendoen. Alles wordt hier door elkaar gemixt, los van taal en eventuele andere beperkingen. Iedereen is hier gelijk.”
Silvia Roels: “Maar dat gaat heel vlot. Kinderen hebben vaak geen taal nodig om elkaar te begrijpen. Ze vertellen veel door elkaar eens op de schouder te tikken of door andere gebaren. Sommige kinderen uit onze lagere school kunnen zich zelfs al vlot uitdrukken in het Engels, dat helpt soms ook.”
— Silvia Roels, leerkracht in GO! SBSO ’t Vurstjen in Evergem
Evy: “Inderdaad. Elke school bezoekt op twee jaar tijd de andere scholen, dat wil dus zeggen een bezoek aan de andere Vlaamse school en dan nog vier keer naar het buitenland. We polsen altijd bij de leerlingen wie interesse heeft om mee te gaan en zo gaan telkens andere groepjes mee op uitwisseling. Vorig schooljaar zijn we al een keer naar Spanje en Portugal geweest. Volgende keer komen we in Maldegem samen en daarna volgen nog trips naar de twee buitenlandse scholen.”
Silvia: “Ondertussen kennen we de andere scholen al vrij goed. Het is heel fijn dat er vriendschapsbanden worden gesmeed. We zijn nu al blij als we onze buitenlandse collega’s kunnen terugzien.”
Evy: “Onze twee scholen maken deel uit van Scholengroep 23. Vanuit de groep hebben ze echt wel veel inspanningen geleverd voor dit project. De scholengroep wil inzetten op meer internationalisering en daarom hebben ze ons prima geholpen met onderhandelingen, administratie, … Zonder die steun zou het niet eenvoudig zijn om dit project zelf uit te werken.”
Evy: “Zeker. We brengen niet alleen iedereen samen, maar iedereen doet ook alles samen. En dat lukt heel goed. De kinderen uit het gewone onderwijs zien ook heel snel dat die kinderen uit het buitengewoon onderwijs ook gewoon meespelen. Iedereen merkt daardoor dat er naast enkele verschillen vooral veel gelijkenissen zijn.”
Silvia: “Van elk land doet er een school mee uit het gewone onderwijs en een school uit het buitengewoon onderwijs. Enkel bij de Portugese scholen is dat niet het geval. Daar staan ze al veel verder op vlak van inclusie, waardoor er daar amper scholen bestaan voor buitengewoon onderwijs. Die zijn er enkel voor kinderen met heel zware beperkingen. Alle andere kinderen gaan naar het gewone onderwijs.”
Evy: “In Portugal is er wel meer omkadering in de klassen. Ze hebben daar gemiddeld grotere klassen, maar met veel meer ondersteuning. Zo zijn er in een klas vaak drie of vier begeleiders aanwezig, waarvan slechts één leerkracht. De anderen kunnen bijvoorbeeld andere zorgtaken op zich nemen zoals een leerling die het even moeilijk heeft apart nemen. Dat brengt de rust snel weer in de klas en zo kan de leerkracht gewoon verder lesgeven.”
Silvia: “Zo heeft elk systeem zijn voor- en nadelen. De Portugezen vinden het dan weer knap hoe wij hier in het buitengewoon onderwijs met kleinere groepjes heel specifiek kunnen werken met de leerlingen. Dat is een hele andere manier van lesgeven, maar door dit project kunnen we van elkaar leren.”
— Evy Sierens, coördinator GO! basisschool De Driepsprong in Maldegem
Evy: “Het zijn inderdaad telkens ongeveer vijf leerlingen die meegaan naar de andere scholen, maar dat wil niet zeggen dat enkel zij betrokken worden bij het project. Wij proberen iedereen op school te betrekken door bijvoorbeeld ook de spelletjes uit Spanje en Portugal op de speelplaats te spelen.”
Silvia: “Het is een heel leerrijke ervaring voor zowel de leerkrachten als voor de kinderen. We hebben zoveel mooie verhalen van kinderen die openbloeien tijdens die reizen. Kinderen die soms wat stiller zijn, gaan soms veel vlotter om met leerlingen van de andere scholen. Ze leren ook andere culturen kennen. Ze merken dat in Spanje ze pas vrij laat ’s avonds eten en dat het niet overal woensdag maar een halve dag school is. Zo leren ze dat elk land een beetje anders is. Zo werken we ook aan meer burgerschap door meer respect te hebben voor andere landen en culturen.”
.