vrijdag 27 augustus 2021
Koen In Gang Rh

“Een versterkt contact met de scholen en instellingen staat bovenaan mijn prioriteitenlijstje”

Een nieuw schooljaar, een nieuwe afgevaardigd bestuurder. Op 1 september neemt Koen Pelleriaux definitief de fakkel over van Raymonda Verdyck, die met pensioen gaat. Wie is de man die het roer van het GO! overneemt en welke plannen koestert hij? Die vraag stelt iedereen in het net zich. Tijd dus voor een uitgebreid kennismakingsgesprek.


Op 1 september stappen honderdduizenden leerlingen en leerkrachten weer door de schoolpoort. Met veel hoop op eindelijk nog eens een gewoon schooljaar en ook wel met een beetje zenuwen. Dubbel spannend is 1 september dit jaar ten huize Pelleriaux, want zoonlief drentelt dapper naar de kleuterschool en vader trekt voor het eerst zijn pak van afgevaardigd bestuurder van het GO! aan. Een nieuwe start dus ook voor ons net, al zal de indrukwekkende nalatenschap van Raymonda Verdyck nog wel even nazinderen. Dat zegt ook Koen Pelleriaux zelf, die net als zijn voorganger al vroeg door het onderwijs gebeten werd.
 

“Als onderzoeker verbonden aan de vakgroep sociologie van de VUB maakte ik dertig jaar geleden al een studie over kinderen van werklozen, waardoor ik vanzelf op het domein van jeugdcultuur en uiteindelijk ook onderwijs belandde. En in mijn doctoraatsonderzoek onderzocht ik of de verspreiding van de achterstellingcultuur in het beroepsonderwijs een gevolg was van frustratie door het watervalsysteem. Ik zag onderwijs dus al vroeg als een ongemeen boeiend onderzoeksterrein, maar vooral groeide toen al mijn overtuiging dat onderwijs het belangrijkste instituut is dat we als maatschappij hebben. Dat betekent dan ook dat je de taak van een leerkracht onmogelijk kan onderschatten. En toch gebeurt dat. We zijn het er als samenleving globaal over eens dat mensen die arts of piloot willen worden de besten van hun generatie moeten zijn, want ze hebben letterlijk mensenlevens in hun handen. Ik vind dat hetzelfde moet gelden voor leerkrachten. Geen taak is gewichtiger dan onze jongeren als mens te vormen en alles wat we hebben aan kennis, cultuur en wetenschap over te dragen aan de generaties na ons.”

quote icoon

Onderwijs is het belangrijkste instituut dat we als maatschappij hebben. Geen enkele taak is gewichtiger dan onze kennis en cultuur overdragen aan de volgende generaties

Na vier jaar doceren over onder meer onderwijsbeleid in Antwerpen, stapte Koen in 2005 over naar dat beleid zelf: eerst op de studiedienst van de sp.a en niet veel daarna op het kabinet Onderwijs. “Na mijn kabinetsperiode ben ik overgestapt naar het departement Onderwijs, waar ik eerst bezig was met volwassenonderwijs en hoger onderwijs en daarna vervangend secretaris-generaal werd. Toen heb ik gesolliciteerd voor de functie van afdelingshoofd bij het GO!. Ik vond het een mooie uitdaging om mijn expertise rond onderwijs en onderhandelen te kunnen inzetten voor het GO! dat me na aan het hart ligt.”

Leve de nieuwlichterij!

Hij is gepokt en gemazeld in onderwijsbeleid en gaf les in de lerarenopleiding. Maar contact met de klasvloer heeft hij gemist. Daarom wil Koen meteen zoveel mogelijk scholen en instellingen bezoeken en praten met mensen in het veld. “Door corona hebben we lang achter een scherm gezeten en veel te weinig met de mensen in het veld gesproken. En net daaruit leer je zoveel. Ik wil daarom onze scholen aan de binnenkant zien en luisteren naar wat goed gaat en waar de knelpunten zitten. Een versterkt contact met de scholengroepen en met de scholen staat bovenaan mijn prioriteitenlijstje.”

Op dat lijstje staan nog wel wat punten, waaronder stevige uitdagingen voor het onderwijs in het algemeen en het GO! in het bijzonder. “Het lerarentekort aanpakken en het herbekijken van de lerarenloopbaan kunnen we niet langer laten liggen. Het is steeds moeilijker om mensen te vinden die dat extreem belangrijke beroep willen uitoefenen, daar moeten we snel een structurele oplossing voor bedenken. Hetzelfde geldt voor de verouderde infrastructuur. Verscheidene van onze scholen proberen klasdoorbrekend te werken. Het nog altijd revolutionaire decreet basisonderwijs uit 1997 laat dat toe, maar de meeste gebouwen niet, wat een hedendaagse invulling van onderwijs en onze groei belemmert. Dat zijn volgens mij de absolute prioriteiten.”

“Specifiek voor het GO! moeten we onze kwaliteit hoog houden, en nog verhogen waar dat kan. Willen we onze poolstervisie van favoriete leergemeenschap voor iedereen uitdragen, dan moeten we dat durven koppelen aan een verdere stijging van ons marktaandeel. Het GO! heeft echt wel iets te bieden: een pedagogisch project dat aanslaat en een stevig onderbouwde visie voor de toekomst.”

“In de kwaliteitsstijging van ons onderwijs heb ik alle vertrouwen. Als we ons strategisch plan GO! 2030 kunnen uitvoeren, dan realiseren we een gigantische modernisering. Dat is broodnodig, want het onderwijs in Vlaanderen is een beetje archaïsch; het is de voorbije anderhalve eeuw nauwelijks veranderd. Ik weet het, dat idee ligt wat moeilijk in het publieke discours, want telkens we in de PISA-toetsen een beetje dalen, roepen experts dat de nieuwlichterij in het onderwijs de schuldige is. Maar er is helemaal geen nieuwlichterij in het onderwijs. Ik wou integendeel dat ze er wel was, dat verstandige vernieuwing zoals ze in onze visie GO! 2030 staat de dienst uitmaakt. Dan zou de kwaliteit van ons onderwijs niet dalen. Het zijn net de landen waar wel grondige vernieuwingen zijn doorgevoerd, zoals Polen, Estland en Canada, die omhoogschieten in de PISA-resultaten. Dan is nieuwlichterij niet zo slecht, denk ik, op voorwaarde dat ze verstandig wordt doorgevoerd. En we hebben de instrumenten daarvoor in handen. Ik krijg een mooie erfenis van Raymonda, en ons strategisch plan GO! 2030 is daar een aanzienlijk onderdeel van. Het is mijn taak om dat geweldige plan in de praktijk om te zetten.”

Koen In De Klas Rh

Op weg naar de poolster

Hoe ziet Koen dat omzetten in de praktijk van het strategisch plan GO! 2030? En wat betekent dat voor de scholen? “We starten uiteraard niet helemaal van nul. Er zijn al een aantal scholen die innoverend werken, mét resultaat. Uiteraard moeten we deze projecten eerlijk evalueren, en kunnen toegeven als iets niet zo goed blijkt te werken, ondanks alle energie die erin is gestoken. Evalueren en effecten meten, dat wordt steeds belangrijker. We mogen dan ook niet afkerig zijn van de Vlaamse toetsen die eraan zitten te komen. De data die we hieruit halen, helpen ons om goede praktijken te detecteren en ze dan volgens het olievlekprincipe verder te verspreiden. Op die manier verspreid je vanzelf kwaliteit. Bij de verdere uitrol moeten we natuurlijk ook rekening houden met de context. Een grootstedelijke context is bijvoorbeeld heel anders dan een landelijke. Met onze centrale diensten hebben we daarin een sterke verbindende rol, zodat scholengroepen en scholen een stuk hun eigen koers kunnen varen en toch binnen de vloot van het GO! blijven.”

Hoe de toekomst van het GO! eruit zal zien, hangt voor een stuk mee af van de overheid. Een overheid waarmee Koen als afgevaardigd bestuurder vaak te maken zal hebben. En al zeker met de minister van Onderwijs. “De samenwerking met minister Ben Weyts is zakelijk en correct. Over strategische dossiers is er structureel overleg. De minister en ik zullen het over sommige dossiers eens zijn en over andere van mening verschillen. De besparingen op de pedagogische begeleidingsdiensten vind ik bijvoorbeeld bijzonder jammer. Weet je, een immens voordeel dat wij als GO! hebben, is dat dankzij de drietrapsstructuur onze scholen goed ondersteund zijn. Door die structuur ontzorgen wij de scholen, om het met een modewoord te zeggen. We horen vaak het verwijt dat die tussenstructuren mensen van de klasvloer weghalen en het werk overlaten aan minder handen. Maar het is noch efficiënt noch effectief dat een schooldirecteur van een kleine bassischool zich met openbare aanbestedingen voor pakweg een fotokopieermachine moet bezighouden. Dat moet je op een grotere schaal aanpakken, en dat gebeurt door deze tussenstructuren. Als we al die mensen van de pedagogische begeleidingsdienst en de scholengroepen voor de klas zetten, zal het niet beter maar slechter gaan, want er zal niemand meer overblijven om de scholen te ondersteunen. Daarop besparen is een geweldige vergissing.”

Het GO! staat voor meer dan kwaliteitsvol onderwijs, het staat voor samen leren samenleven, voor pluralisme en voor actief burgerschap. Ook op dat vlak voelt Koen dat de band stevig is. “Gelijke onderwijskansen zijn voor mij uitermate belangrijk, dat is het DNA van ons GO!. Dit wordt al te vaak verward met ‘gelijke uitkomst’. Wel vind ik het vanzelfsprekend dat we elk talent zo ver mogelijk brengen. Dat is wat in onze poolstervisie en in ons strategisch plan vervat zit: iedereen de beste kansen geven om de eigen talenten maximaal te ontwikkelen. Leerlingen wegsturen, omdat ze niet in een plaatje passen of omdat ze te veel werk vragen, het gebeurt in het Vlaamse onderwijs, maar ik zou niet graag hebben dat het bij ons gebeurt.”

quote icoon

Dat innovatieve, die ‘favoriete leergemeenschap van iedereen’ waar we naartoe groeien, dat moet meer dan ooit de evidente eigenheid van het GO! worden

Letterlijk en figuurlijk muren slopen

Tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren, schreef Willem Elsschot. Hoe ziet het onderwijs er in Koens wildste dromen uit als er geen bezwaren zijn? “Tussen droom en daad staat vooral een gebrek aan middelen”, vindt Koen. “Met onbeperkte middelen zou ik uiteraard het infrastructuurprobleem meteen aanpakken, en zou ik ook het secundair onderwijs echt kosteloos maken. We zijn geen ontwikkelingsland waar kinderen uit de boot vallen en geen onderwijs kunnen genieten, maar sommige technische richtingen, zoals beenhouwerij of tandtechniek, zijn waanzinnig duur. Daardoor zullen sommige jongeren kiezen op basis van de kosten en niet op basis van hun talenten. Dat zou echt niet mogen.”

“Het onderwijs is voor veel jonge mensen een afgesloten, beschermde omgeving. Wat het ook moet zijn, want kinderen zijn geen kleine volwassenen. Maar met onbeperkte middelen denk ik dat het belangrijk is om leerlingen meer mee te nemen in de werkelijke wereld. Ons idee van de open school en de school als concept past daar mooi bij aan. Meer ervaringsgericht werken, zoals ons duaal leren. Ik zou dat graag nog meer zien dat mensen van buiten de school gastlessen komen geven, want zij kunnen met hun ervaring uit het bedrijfsleven heel wat bijbrengen. Maar dat gaat moeizaam, want hier zijn we veel strikter in wie er mag lesgeven dan in andere landen. Dat moeten we doorbreken.”

Meer samenleving in de school betekent niet dat Koen een groot voorstander is van het bijbrengen van praktische kennis, zoals het gebruik van een bankkaart, op scholen. “Er wordt te veel naar onderwijs gekeken voor wat er in de samenleving (mis)loopt. De samenleving is heel complex, en kiezen wat je meegeeft en wat niet is dat ook. Maar niemand zal ooit zeggen dat onze leerlingen het metroplan van Parijs moeten kennen, terwijl veel van die leerlingen ooit de metro in Parijs zullen nemen. Dat hoeft niet omdat we ze vaardigheden aanleren waarmee ze later dat metroplan vrij snel zullen begrijpen. Vroeger was het voorbeeld steevast dat leerlingen het verschil tussen een overschrijving en een cheque moesten kennen. Maar cheques zijn verdwenen en een overschrijving zie je ook al niet zo vaak meer. Nu is het voorbeeld een bankkaart. En ja, een bankkaart is belangrijk en ja, je moet weten hoe die werkt, maar het is vluchtige kennis. Leerlingen zijn meer gebaat met algemene kennis die hen toelaat om snel andere zaken aan te leren of te doorgronden. De snelheid waarmee onze samenleving evolueert dwingt ons om hen te vormen tot wendbare, flexibele mensen, die bovendien goesting hebben om hun leven lang te blijven leren en evolueren.”

“De kennis die we wel doorgeven veroudert snel, en we veranderen traag. De moeilijkste formules uit de wiskunde die we geven, zoals goniometrie, stammen uit landbouwsamenlevingen. Dat is boeiend, maar tegenwoordig niet meer zo bruikbaar. Basisstatistiek en deep learning zijn maatschappelijk veel interessanter om bijvoorbeeld te begrijpen hoe Google of Siri werkt, maar dat geven we niet grondig. Die hedendaagse stof zit wel vervat in de nieuwe eindtermen waarmee we in september starten. Daarom is die modernisering van de eindtermen zo essentieel.”

Koen Voor Het Bord Rh

Opletten voor huifkarren

Op twaalf jaar tijd heeft Raymonda Verdyck een indrukwekkende stempel gedrukt op het GO!. Een logische vraag is dan welke afdruk haar opvolger wil achterlaten. “Dat weet ik nog niet”, zegt Koen. “Maar ik wil niet veranderen om te veranderen. In de grote lijnen mág het zelfs niet veranderen. Kwaliteit en gelijke kansen zijn de cruciale pijlers en blijven dat. Raymonda heeft gigantische zaken gerealiseerd. De warmte die doorheen het GO! stroomt, daar heeft zij met haar uitstraling grotendeels voor gezorgd. Ook dat wil ik voortzetten, al zit dat misschien iets minder in mijn persoonlijkheid. We mogen in ieder geval blijven uitgaan van onze sterktes – zonder te vervallen in de ‘huifkarrenstrategie’ waarbij we onze huifkarren in een cirkel zetten en schieten op alles wat errond beweegt. We moeten immers ook naar buiten kijken en leren van wat er in de wereld gebeurt.”

“De kracht van het GO! zit precies in onze eenheid in verscheidenheid. We streven een actief pluralisme na en tegelijkertijd hebben we de sterkte van ons net, waardoor we iets kunnen organiseren. Door onze schaal kunnen wij iets als teacher design teams ontwikkelen. Je moet niet alles samen doen, er is ruimte voor autonomie in het GO!. Soms omdat de context dat vraagt, want een school in de Westhoek heeft nu eenmaal een aantal andere noden dan een school in Brussel. Maar als het samen kan, dan hebben we de schaal en een sterke pedagogische begeleidingsdienst om dat te realiseren. Die schaal moeten we nog vaker gebruiken om kwaliteit te verbeteren. Heeft een school een innovatieve praktijk die werkt, dan kunnen wij dat verspreiden in ons net. Dat innovatieve, die ‘favoriete leergemeenschap van iedereen’ waar we naartoe groeien, dat moet meer dan ooit de evidente eigenheid van het GO! worden.

Wat er op zijn planning staat op 1 september en de weken daarna? “Zonder twijfel: scholen bezoeken”, zegt Koen resoluut. “Door mijn verleden zitten beleidsdossiers in mijn vingers, daarin moet ik niet het leeuwendeel van mijn tijd steken. Die moet ik reserveren voor het pedagogische en voor de scholen. Ik raad trouwens iedereen van de centrale diensten aan om scholen te bezoeken nu het stilaan weer kan. We hebben een aangenaam huis van het GO!, maar we mogen ons er niet in opsluiten. We moeten buiten komen om de voeling met het veld te behouden. Daarmee zal ik mijn eerste weken als afgevaardigd bestuurder vullen. Maar vooral hoop ik dat we weer gewone schooljaren kunnen hebben, dat de leerlingen zonder zorgen naar school kunnen.”

Hij weet waar de aandachtspunten liggen in het onderwijs en hoe het GO! nog kan groeien. Weet Koen ook waar zijn eigen goede kanten en pijnpunten liggen, nu hij een publiek figuur wordt? “Het is inderdaad een andere rol, als afgevaardigd bestuurder ben je een uithangbord en draag je veel verantwoordelijkheid. Als ik vroeger in de media kwam dan was dat in de rol van expert, en niet die van beleidsfiguur of gezicht van een organisatie”, zegt Koen. “Ik vind overleg en participatie heel belangrijk en wil daar ook op inzetten. Ik zal moeten opletten dat ik daar voldoende tijd en ruimte voor creëer. Ik vind namelijk dat we te veel en soms niet efficiënt genoeg vergaderen. Tijd zal trouwens in het algemeen een aandachtspunt zijn. Ik heb een zoon van vier en twee grote dochters. En een vrouw die ook aandacht vraagt. (lacht) Het evenwicht tussen werk en privé bewaren, lijkt mij de moeilijkste opdracht.”

Bio

Onderwijs is een rode draad doorheen de loopbaan van Koen Pelleriaux. Na zijn doctoraat in de Sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel ging hij aan de slag als docent onderwijssociologie en onderwijsbeleid, als kabinetschef Onderwijs en vervolgens als Algemeen Directeur en waarnemend Secretaris-Generaal binnen het departement Onderwijs & Vorming. In 2020 maakte hij de overstap naar het GO! als afdelingshoofd Beleid & Belangenbehartiging.

Koen is in 1968 geboren in Ukkel en woont in Schaarbeek. Hij is getrouwd en heeft twee dochters en een zoon.

.

GO! nieuwsbrief