maandag 12 mei 2025
Gretige Kleuters Op Een Bank In De Klas Met Handjes In De Lucht Rh

Nieuwe minimumdoelen basisonderwijs. Wat nu?

De nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs zijn voorgesteld. Die zijn zoals verwacht heel concreet en specifiek. Maar wat betekent dit nu voor het Gemeenschapsonderwijs? Afgevaardigd bestuurder Koen Pelleriaux ziet veel werk op de plank, maar ook een mogelijkheid om de onderwijskwaliteit samen en overal tegelijkertijd te versterken.

De opbouw van het voedselweb, de Belgische grondwet, decimalen tot op een duizendste vermenigvuldigen en delen door om te zetten naar breuken, het verschil tussen gewicht en massa, relatieve en absolute vergelijkingen, en de Bloednacht in Leuven. Het is maar een fractie van wat kinderen aan het einde van het zesde leerjaar moeten kennen en kunnen in de nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs die op tafel liggen. We mogen dus gerust spreken van heel concrete en specifieke doelen. 
Nieuw is dat er ook minimumdoelen zijn voor de derde kleuterklas en het vierde leerjaar. Zo moeten kleuters minstens vijftien letters en tweeklanken kunnen herkennen, grondstoffen en materialen sorteren op basis van waarneembare eigenschappen, en leren over de Egyptische samenleving, hiëroglyfen en de steen van Rosetta. Vierdejaars weten dan weer wat de vrede van Westfalen betekende voor de wereldgeschiedenis en leren over het schisma tussen soennieten en sjiieten in de Arabische wereld. We mogen dus gerust ook spreken van heel pittige doelen. 

Meer dan kennis

Verrassend is dit allemaal niet. De commissie die de minimumdoelen voor het basisonderwijs heeft uitgewerkt, stond onder leiding van Daniël Muijs, die ook al het basisonderwijs in Engeland mee hertekende en er een kennisrijk curriculum invoerde. Verkeerd is het ook niet. We weten ondertussen allemaal dat de onderwijskwaliteit in Vlaanderen beter mag en moet, en dat we daarvoor best aan de basis beginnen. De minimumdoelen laten de onderwijsverstrekkers bovendien voldoende ruimte voor het eigen pedagogisch project. Dat is belangrijk, want voor het Gemeenschapsonderwijs is kwaliteitsvol onderwijs meer dan kennisoverdracht. Wij helpen kinderen en jongeren ook opgroeien tot positief kritische en geëngageerde burgers. Zodat ze een betere samenleving bouwen dan die waarin ze geboren zijn. Het spreekt vanzelf dat kennis vergaren helpt bij kritisch denken en dat je maar beter weet hoe de samenleving in mekaar zit voor je aan creatieve verbouwingen aan die samenleving begint. Een kennisrijk curriculum en ons pedagogisch project, het PPGO!, lopen elkaar niet in de weg. 

Ingrijpende verandering

Wat betekent dit voorstel van minimumdoelen nu concreet voor het Gemeenschapsonderwijs? We hebben een conceptleerplan klaarliggen. We rekenen erop dat we spoedig de definitieve set minimumdoelen kennen, zodat we daarmee verder aan de slag kunnen. Het voorstel van de commissie-Muijs krijgt eerst nog adviezen van de Vlor en de SERV mee, wordt meegedeeld aan de Vlaamse Regering en moet ten slotte goedkeuring krijgen van het Vlaams Parlement. Hoe gezwinder dit gaat, hoe vlotter onze pedagogische begeleidingsdienst het leerplan kan afwerken. 
Voor onze basisscholen betekenen de nieuwe minimumdoelen een heel ingrijpende verandering. Eens het klaar is willen we het nieuwe leerplan tot op elke klasvloer brengen. Het is nodig dat elke leraar en elke kleuterleider het kent, want we willen dat iedereen mee is. Daarvoor is een intensieve begeleiding nodig in heel ons veld. De onderwijskwaliteit verbeteren doen we overal tegelijkertijd en bovenal samen. 

Samenwerken noodzakelijk 

Maar nieuwe minimumdoelen, die toch erg verschillend zijn van de huidige en veel concreter dan de eindtermen die van 1997 dateren, houden ook in dat er nieuwe leermiddelen en nieuwe lesinhouden moeten komen. Het is onhaalbaar als elke leraar in het GO! zelf en op korte termijn nieuw lesmateriaal moet maken dat de minimumdoelen en het leerplan afdekt. Met dat titanenwerk mogen we de meer dan 15.000 leraren in ons basisonderwijs niet opzadelen. Maar we mogen hen ook niet in de steek laten, want ik denk dat dat net een van de grootste pijnpunten in het onderwijs is: we hebben de leraren te lang aan hun lot overgelaten en onvoldoende gesteund en gewaardeerd. 
Voor de onderwijskwaliteit én voor de werkbaarheid van het beroep zou het veel beter zijn om dat lesmateriaal samen te schrijven. Ik heb al vaker gezegd dat het Gemeenschapsonderwijs leraren wil samenbrengen om sterke leermiddelen voor heel het net te maken. Lesmateriaal dat elke leraar die daarvoor kiest houvast geeft én dat ruimte laat voor eigen invullingen en accenten. Startende leerkrachten zouden zo niet langer op zoek moeten naar geschikt materiaal, maar ook ervaren leerkrachten zouden er een goede basis voor hun lessen in vinden. Uitgewerkte lesinhouden en de autonomie van de leraar lopen elkaar niet in de weg. 
We willen met zijn allen vooruit. Het urgentiebesef dat we de onderwijskwaliteit nu moeten aanpakken is in heel ons net doorgedrongen. Lesmateriaal maken voor volledig nieuwe minimumdoelen vraagt in ideale omstandigheden makkelijk twee jaar zwoegen. Die tijd hebben we niet. Samenwerken met alle scholengroepen van het GO! maakt die taak efficiënter en effectiever. Het is dus niet gewoon een optie, het is een noodzaak. Ik reken er daarom op dat de beleidsmakers ruimte scheppen, zodat we leraren kunnen vrijstellen en samenbrengen om straffe leermiddelen te schrijven voor heel het Gemeenschapsonderwijs. Laten we ambitieus zijn en er morgen aan beginnen. 
 
Koen Pelleriaux 
Afgevaardigd bestuurder