Afgelopen zondag stapten tienduizenden betogers mee met de klimaatmars in Brussel. Ook het GO! neemt de klimaatproblematiek ter harte. Mohamed Al Marchohi, beleidswerker patrimoniumbeheer bij de afdeling infrastructuur legt uit wat het GO! doet rond het klimaat op het vlak van infrastructuur. Van investeren tot sensibiliseren: we lijsten op wat scholen zelf kunnen doen om koolstofneutraal te worden. ‘Begin met het verzamelen van data. Wat je meet, kan je veranderen.’
Mohamed Al Marchohi is beleidsmedewerker bij de centrale diensten van het GO!, afdeling infrastructuur. Samen met de rest van het team patrimoniumbeheer tracht hij het energieklimaatbeleid voor het GO! vorm te geven en op te volgen, alsook concrete projecten op te starten. Dit doen ze allemaal om de scholen te helpen hun energiegebruik te verminderen en de klimaatcontext mee te nemen in het pedagogisch project.
“Het klimaatactieplan bestaat uit verschillende onderdelen die allemaal als hoofddoel hebben om deze klimaatdoelstelling te behalen: tegen 2050 moet heel het GO! patrimonium koolstofneutraal zijn, dat wil zeggen dat alle energie die wij verbruiken van hernieuwbare energiebronnen afkomstig moet zijn. We streven er dan ook naar om 2,09% te besparen op het verbruik van primaire energie. Aangezien de tijd dringt en ons patrimonium uit duizenden gebouwen bestaat is de uitdaging heel groot. Toch zetten we hier heel hard op in. Hiervoor gebruiken we het ‘4i model’: inform, investigate, invest en integrate.”
“We hebben de voorbije periode enorm veel ingezet op datavergaring en het in kaart brengen van het patrimonium. Zo zijn we nagegaan hoe goed onze gebouwen presteren, hoe het zit met hun gebouwschil, enz. We hebben alle gebouwen ook opgemeten en momenteel brengen we het energieverbruik en de energie-infrastructuur in kaart. Op deze manier kan je een langetermijnrenovatiestrategie opbouwen waarmee je die doelstellingen zo efficiënt en zo effectief mogelijk kan behalen.”
— Mohamed Al Marchohi, beleidsmedewerker patrimoniumbeheer GO!, afdeling infrastructuur
“We moeten nu vooral onderzoeken wat de mogelijkheden zijn en wat ons potentieel is. We zitten natuurlijk in een specifieke context: sommige scholen hebben een lage bezettingsgraad en worden maar voor de helft van het jaar gebruikt. Het onderzoek dient dus uit te wijzen welke maatregelen we best kunnen uitvoeren. Daarnaast is het belangrijk dat alle investeringen en onderzoeken die worden gedaan, geïntegreerd worden in een geheel. Op die manier kunnen we bijvoorbeeld ook een nieuw investeringsbeleid uitwerken aan de hand van het label dat een gebouw heeft. Dat is natuurlijk maar één aspect, want daarnaast voeren de scholen(groepen) ook hun eigen beleid uit en investeren ze zelf ook in hun eigen patrimonium. “
“Eerst en vooral hebben we een aantal subsidiemechanismen om onze scholen te stimuleren om in te zetten op energie-efficiëntie investeringen. Een voorbeeld hiervan zijn de klimaatfondssubsidies. Deze hebben als doel de CO₂-uitstoot van scholen te verminderen. In de praktijk kunnen de subsidies bijvoorbeeld gebruikt worden om stookolieketels te vervangen door gasketels die minder vervuilend zijn of door een warmtepomp te installeren die enkel op elektriciteit draait en niet op stookolie of aardgas. Verder is er ook de klimaatlening. Die is er vooral om scholen te stimuleren om ondanks de kostprijs toch de stap te zetten om te investeren in energiebesparende maatregelen. Via een renteloze lening kan je daarmee op vijftien jaar je investering afbetalen. Daarnaast hebben we ook nog de zonnelening, die specifiek is gericht op het installeren van fotovoltaïsche zonnepanelen. Daarnaast proberen we ook de infrastructuurmedewerkers van de scholengroepen te sensibiliseren door hard in te zetten op monitoring en het in kaart brengen van hun verbruik. Ten slotte heb je ook nog instrumenten zoals het energieprestatiecertificaat waarmee je kan zien hoe goed je gebouw presteert. Daarmee kunnen scholen bijvoorbeeld hun leerlingen beter te informeren.”
"De hoge energieprijzen wijzen ook op de kwetsbaarheid van scholen, hoe energiezuiniger een school wordt, hoe minder de impact van stijgende energieprijzen zal gevoeld worden. Hoe hoger de prijzen, hoe meer het ook loont om te investeren in energie-efficiëntie”
Via de zonnelening hebben de voorbije jaren meer dan 45 scholen zonnepanelen op hun daken geplaatst. Deze zonnepanelen zijn eigendom van de scholen en werden via een lening aangekocht en geplaatst. In het verleden werden ook daken van scholen verhuurd om zonnepanelen te leggen.
“We kunnen het alleen maar aanmoedigen dat scholen van hun leerlingen ware GO! ambassadeurs maken door hen te informeren, sensibiliseren, en te betrekken bij de inspanningen die op school gebeuren. Verder kan je hen wijzen op de rol die zij spelen binnen het gebouw zelf, maar ook op de implicaties van hun gedrag op het klimaat. Bovendien bestaan er binnen energieID, dit is het systeem dat we gebruiken om het verbruik op te volgen, ook mogelijkheden om educatieve tools te gebruiken. Het verbruik weergeven in kilowattuur heeft misschien maar weinig raakvlak met de leerlingen maar door dat technische cijfer te vertalen naar het aantal oplaadbeurten van hun gsm of smartphone maak je dat abstracte cijfer al heel wat tastbaarder. Je kan hen bijvoorbeeld ook vragen om te helpen met de manuele opmetingen bij het invoeren van de meterstanden. Door leerlingen actief te betrekken in het energiemonitoringsproces kan je hen makkelijker sensibiliseren om energiezuinig te zijn.”
“Ik zou willen meegeven dat de klimaatdoelstelling waarvoor we ons hebben geëngageerd, snel nadert en dat er dus snel werk van moet gemaakt worden om ons patrimonium koolstofneutraal te krijgen. Meten is weten, dus breng alles goed in kaart. Dat is de eerste stap natuurlijk. Zet daarbij ook zo snel mogelijk en zo efficiënt mogelijk middelen in om koolstofneutraal te worden. Een school heeft natuurlijk een veel grotere rol te spelen dan zijn eigen gebouw te beheren. Je kan ook bepaalde projecten (eventueel met andere partijen) opstarten om sensibilisering te creëren en leerlingen te activeren. Soms moet het ook niet te ver gezocht worden. Door de juiste mensen met de juiste motivatie (leerlingen, leerkrachten,…) in te zetten, geraak je ook al heel ver. Zo kan je mooie synergieën vormen waarmee je met beperkte middelen heel wat kan besparen. En last but not least: investeer elke euro efficiënt in het juiste gebouw, want sommige gebouwen zijn niet meer futureproof. Daarin moet je dus niet te veel meer investeren. Jezelf goed informeren is ook een belangrijke stap. Wat dat betreft kunnen scholen sowieso terecht bij ons met hun vragen of behoefte aan advies. Bijvoorbeeld over welke digitale meters ze best plaatsen, hoe ze hun verbruik het best in kaart te brengen of welke subsidiemogelijkheden er zijn om bepaalde maatregelen uit te voeren.”
Meer informatie over klimaatleningen vind je in deze rubriek op GO! pro. (GO! pro > infrastructuur > subsidies > klimaatlening).
Wil je vertellen wat jouw school doet voor het klimaat? Laat het ons weten via communicatie@g-o.be.
Nog vragen? Neem contact op met het team Kennis-infra via kennis-infra@g-o.be.
Aanverwante info
Bekijk ook onze themapagina Infrastructuurbeleid op g-o.be.
Download hier de infografiek met de 5 tips.
.