Het GO! zet de komende jaren in op gepersonaliseerd samen leren en ‘blended learning’. Op ons congres ‘Morgen maken we samen’ van 5 mei lichtten VUB-professoren Jo Tondeur en Els Consuegra deze speerpunten al kort toe. In dit interview pikken we die draad weer op en gaan we wat dieper in op dit onderwerp.
Gepersonaliseerd samen leren… het klinkt alsof we ineens alles moeten omgooien. Maar dat is natuurlijk niet het geval. We willen de komende jaren vooral een evolutie op gang trekken waarbij we nadenken over onze manier van lesgeven.
Jo Tondeur: “Er zijn veel manieren om les te geven, zowel op school als op afstand. Maar de context waarin je zit is steeds van belang. In het beroepsonderwijs, waarin veel praktijkvakken gegeven worden, moeten leerlingen vaker fysiek op school aanwezig zijn. In andere richtingen is dat misschien minder een noodzaak en kan je leerlingen meer zelfstandig aan het werk zetten. Het belangrijkste is om je als leraar de vraag te stellen wat de beste vorm is om iets aan te leren. En welke tools je daarvoor kan inzetten. De focus van het GO! blijft zeker liggen op ‘samen leren’, maar leerlingen zullen iets meer autonomie krijgen over hun eigen leertraject.”
Els Consuegra: “Het blijkt ook dat meer autonomie geven aan leerlingen echt werkt, en dat bij alle verschillende groepen. Ook in heel diverse klassen zie je de positieve gevolgen daarvan. Op alle niveaus en alle leeftijden kan je werken op een meer zelfregulerende manier. Uiteraard heeft dat bij kinderen van zes jaar een andere vorm dan bij adolescenten, maar de principes zijn hetzelfde.”
— Jo Tondeur
Elk zijn eigen traject… maar hoe pak je dat aan als leerkracht? Je hebt al zoveel bordjes hoog te houden. Hoe ga je het concreet aan als niet elke leerling over dezelfde vaardigheden beschikt?
Els Consuegra: “Het is vooral belangrijk dat je eerst de leerlingen goed leert kennen, want veel hangt af van de beginsituatie. Vervolgens kan je als leraar bijvoorbeeld gaan werken met ‘steigers’. Wij noemen dat ‘scaffolding’. Wie nog weinig zelfregulerende vaardigheden bezit, ga je in het begin nog veel ondersteunen. Dus die geef je bijvoorbeeld als hulpmiddel een concreet stappenplan en een aantal andere hulpmiddelen om een taak te volbrengen. Bij wie al verder staat, kan je enkele van die ‘steigers’ wegnemen zodat die leerling meer zelfstandig de oefening maakt.”
Jo Tondeur: “En ook bij de keuze van de technologie die je gaat gebruiken, speelt die beginsituatie van de leerlingen een rol. Op vlak van basisvaardigheden aanleren staat ICT al heel ver om adaptief te werken, op maat van het niveau van elke leerling. Als het gaat om meer complexe vaardigheden, dan zal de leraar in de klas veel belangrijker zijn. Dat kunnen computers nog niet zo goed. En zo zoek je voor elk doel de beste werkvorm.”
Gepersonaliseerd samen leren wil zeggen dat we meer op maat gaan werken terwijl het vroeger meer voor iedereen hetzelfde was. Uiteindelijk is dat vooral een aanpassing aan de realiteit die leerkrachten nu al ervaren.
Els Consuegra: “Ik denk dat leraren het zelf op de werkvloer al gemerkt hebben: het ‘one size fits all’ model waarbij ik voor de klas sta en vertel en af en toe een opdracht geef… dat werkt vaak niet. Leerkrachten nemen daar ook geen genoegen mee, ook zij willen resultaat van hun werk zien en leerlingen zien groeien. Zo gaan ze vanzelf op zoek naar andere technieken om leerstof over te brengen.”
— Els Consuegra
Jo Tondeur: “Een andere werkvorm kan ook zoveel meer impact hebben bij de leerlingen. Het is soms jammer dat we kennis en vaardigheden in ons systeem vooral op korte termijn evalueren. Ik geef een voorbeeld: je krijgt twee uur les op de schoolbanken over het Fort van Breendonk. Als je daarna een toets krijgt, zal je daar op dat moment veel over weten. Maar breng je met de klas een bezoek aan het fort, dan draag je die ervaring de rest van je leven mee. Op welke manier heb je dan het meeste geleerd? Ik pleit daarom voor meer nuance in het meten van kennis en vaardigheden.”
Maar natuurlijk is het zeker niet nodig om alles tegelijk te veranderen. Het is vooral belangrijk om te durven experimenteren binnen je schoolteam, samen te werken en ervaringen uit te wisselen.
Els Consuegra: “Het is belangrijk om binnen de scholen keuzes te maken. Wat gaan we dit jaar doen en wat later? Het is beter om minder dingen heel goed te doen dan dat je te veel ineens wil proberen veranderen. Doe het op maat van het schoolteam en zorg zeker voor voldoende rust en consolidatie.”
In de videofragment hieronder: het gesprek met Jo en Els tijdens het congres ‘Morgen maken we samen – afspraak met GO! 2030’. (vanaf minuut 13.02)
Professor Jo Tondeur voert op dit moment onderzoek naar de ervaringen van leerkrachten met blended learining waarmee we ruim een jaar geleden massaal en voor velen een beetje holderdebolder aan de slag moesten.
Wil jij jouw ideeën en ervaringen hierover graag delen met de professor in het kader van zijn onderzoek? Vul dan deze vragenlijst in. Het duurt ongeveer tien minuten om alles in te vullen. Alvast hartelijk dank.