woensdag 01 maart 2023
Leraar Aardrijkskunde Rh

Met sobere eindtermen naar een ambitieus GO!

Ook tijdens de krokusvakantie bleef onderwijs een spraakmakend thema in de media. Reacties op de nieuwe modellessentabellen benadrukten terecht het belang van historisch en ruimtelijk bewustzijn. Tegelijk werden de nieuwe minimumdoelen in vraag gesteld en in één adem ook de vrijheid van onderwijs. Een toelichting.

Over eindtermen en leerplannen 

Nadat het Grondwettelijk Hof de eindtermen voor de tweede en derde graad secundair onderwijs in juni 2022 vernietigde, kwamen de onderwijsverstrekkers in september tot een akkoord met de minister over de aanpak voor het ontwikkelen van nieuwe eindtermen. Sindsdien zijn ontwikkelcommissies – waarin zowel het onderwijsveld als experten uit het hoger onderwijs vertegenwoordigd zijn – dag en nacht aan het werk. De 16 sleutelcompetenties die voortkomen uit een brede maatschappelijke bevraging blijven behouden, maar de competenties wiskunde en talen krijgen een hogere prioriteit. De commissies zoeken een evenwicht tussen een hoog ambitieniveau en de ruimte voor scholen om eigen accenten te leggen. Experten en vertegenwoordigers van het secundair onderwijs kwamen alvast voor de basisvorming tot een consensus. Voor het specifieke gedeelte werken ze daar stevig aan verder. Het merendeel van de commissies bereikte ook al een consensus.  

Het arrest van het Grondwettelijk Hof verplicht ons ertoe de minimumdoelen soberder te formuleren en meer vrije ruimte te laten. Het GO! besliste om de vernietigde eindtermen (die we immers verdedigd hebben) maximaal, maar in functie van de beschikbare onderwijstijd, te recupereren in ambitieuze leerplannen. Op die manier streven we als net naar een zo hoog mogelijke onderwijskwaliteit. Parallel aan de ontwikkelcommissies werken we samen met onze collega’s uit het veld aan deze leerplannen, maar die kunnen we pas echt finaliseren wanneer de eindtermen helemaal afgesproken zijn.  

Richtinggevende lessentabellen 

Bij nieuwe minimumdoelen en leerplannen horen ook nieuwe richtinggevende lessentabellen. Het GO! publiceerde die lessentabellen in de week net voor de krokusvakantie om scholen de kans te geven zich tijdig op het volgende schooljaar te organiseren. In de reacties hoorden we stemmen van bezorgde leraren over het schrappen in de uren aardrijkskunde en geschiedenis. Waar wil het GO! naartoe?  

De overheid geeft de uitdrukkelijke opdracht om het nieuwe curriculum op te bouwen rond wiskunde en talen als kernelementen voor een doorstroom naar het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt. Aan de andere kant moet het curriculum ook voorzien in het ontwikkelen van essentiële competenties om te participeren aan het maatschappelijke leven. Het ambitieniveau blijft hoog door meer gewicht te geven aan de eigenheid van elke studierichting. Concreet betekent dit dat het specifieke gedeelte, in alle finaliteiten, aan belang wint. 

Het GO! blijft achter het basisprincipe van de modernisering staan, namelijk leerlingen een brede vorming aanbieden als antwoord op de complexe uitdagingen van de 21e eeuw. Daaraan wordt, via eindtermen, een invulling gegeven met sleutelcompetenties op het vlak van digitale knowhow, burgerschap, cultuur en financiën, naast de bestaande sleutelcompetenties zoals aardrijkskunde en geschiedenis. 

In de lessentabellen verzoenen we bovendien het hoge ambitieniveau met een aantal organisatorische overwegingen. We streven naar de mogelijkheid om klassen waar nodig samen te kunnen zetten. Zeker voor kleinere scholen is dat een noodzaak om een voldoende brede waaier aan studierichtingen geprogrammeerd te krijgen. Verder stelden we de tabellen zo samen dat leerlingen na de tweede graad nog zo vrij mogelijk een vervolgstudierichting kunnen kiezen. Dat gebeurt allemaal terwijl het aantal lesuren dat een leerling op school doorbrengt hetzelfde blijft. 

De resulterende lessentabellen ogen misschien klassiek, met een koppeling van vakken aan lestijden, maar die schijn bedriegt. Het weergegeven aantal lesuren geeft het absolute minimum aan dat nodig is om de achterliggende onderwijsdoelen te realiseren en zegt verder niets over de eventuele organisatie van de lesweek. De lessentabellen zijn dus enkel richtinggevend. De pedagogische begeleidingsdienst biedt verandertrajecten aan om scholen te ondersteunen om daar creatief mee om te gaan. De scholen krijgen daarbij maximaal de vrijheid om uurroosters te creëren die passen bij hun eigen aanpak. Ze beschikken bovendien over 4 vrije uren om hun eigen accenten te leggen. Ze hebben dus zeker nog de optie om kleinere vakken te versterken om tot een klassiek uurrooster te komen. Of ze kunnen het over een andere boeg gooien en doelen clusteren om meer geïntegreerd te werken binnen nieuwe vakken of projecten. Ze kunnen dus zelf kiezen hoever ze gaan in de modernisering van hun onderwijs. 

De toekomst van geschiedenis 

Wat betekent dit nu concreet voor geschiedenis en aardrijkskunde?

De feiten. Voor de tweede en derde graad doorstroomfinaliteit voorziet het GO! in de nieuwe tabellen minimaal 3 uur historisch bewustzijn per week op graadbasis. Voor leerlingen uit het aso is dat een uur minder dan vóór de modernisering, voor leerlingen uit doorstroomgerichte tso-richtingen is dat een uur méér dan vandaag. In de derde graad met doorstroomfinaliteit (het huidige aso en delen van het tso) voorzien de modellen 1,5 uur aardrijkskunde – vroeger kregen aso-leerlingen twee uur aardrijkskunde op graadbasis. Voor de tweede graad blijft het aantal uren hetzelfde. 

Door inhoudelijke aanpassingen in de sleutelcompetenties en de versobering van de doelen is het moeilijk te vergelijken met het verleden. De eindtermencommissie schat in dat de minimumdoelen ruimtelijk bewustzijn voor de derde graad te behalen zijn op één uur, minder dan het aantal lesuren dat het GO! in de lessentabellen voorziet.

Knippen in uren betekent niet dat we de schaar zetten in kennis en competenties. Burgerschap wordt een vaste plaats voor onderwerpen als klimaat en duurzaamheid, democratie, fake news, kritisch denken. Kennis en competenties die meerdere vakinhouden met elkaar verbinden en helpen zorgen voor een brede vorming waarin geschiedenis en aardrijkskunde hun plaats hebben naast andere sleutelcompetenties die eveneens essentieel zijn voor de maatschappij van de 21e eeuw. 

Een van de leerkrachten geeft in de krant zelf een sterk voorbeeld: “Aardrijkskunde is een wetenschap die bepaalde fenomenen kadert binnen een breder perspectief en zo allerlei vakgebieden met elkaar verbindt. Neem nu, bijvoorbeeld, geschiedenis: de plaats waar conflicten voorkomen, is nooit toevallig, maar heeft altijd te maken met grondstoffen of strategische ligging.” Het is net door deze inzichten samen aan te bieden (in een vak als burgerschap bijvoorbeeld), dat we de ‘confetti’ overstijgen en leerlingen de kans bieden complexe fenomenen ten volle te begrijpen. 

Moeten leraren geschiedenis en aardrijkskunde voor hun job vrezen? Nee, want in de nieuwe lessentabellen komt ruimte vrij voor die leraren om meer uren te geven van het vak waarvoor ze zijn opgeleid. Bovendien zijn zij ook bij uitstek gekwalificeerd om met de burgerschapscompetenties aan de slag te gaan in de uren die daarvoor bijkomen. 

Rekenschap én vrijheid voor kwaliteit 

De voorbije week werd de vrijheid van onderwijs wel eens in vraag gesteld. Staat de vrijheid van onderwijs de kwaliteit in de weg? Hebben “de koepels” te veel in de pap te brokken en moeten ze te weinig verantwoording afleggen?  

Het is belangrijk daarbij te onthouden dat de eindtermen ontstaan na consensus in breed samengestelde commissies. Ze komen dus niet van de netten en koepels, en worden bovendien door het Vlaams Parlement goedgekeurd en zijn onderhevig aan controle door gerechtshoven. In die commissies streefde het GO! steeds naar een zo hoog mogelijk ambitieniveau. We tonen die ambitie verder ook door de vernietigde, ambitieuze eindtermen zoveel mogelijk te recupereren in de GO! leerplannen én we zien de Vlaamse toetsen daarbij als een opportuniteit. De systematische en Vlaanderenbrede toetsen stellen ons in staat om kort op te volgen hoe de kwaliteit (alvast voor Nederlands en wiskunde) evolueert. Die informatie geeft scholen directe feedback over hun aanpak, en geeft het GO! de kans om te onderzoeken wat werkt en wat niet. Zo willen we actief opschalen wat werkt en bijsturen wat niet werkt. Inderdaad, onze maatschappij investeert heel wat middelen in ons onderwijs, enige rekenschap mag daar tegenover staan. 

 

.

GO! nieuwsbrief