Inclusie

9Y8B0393
  • Het is de maatschappelijke opdracht van onderwijs om elk kind een optimale ontwikkeling te bieden in functie van maximale maatschappelijke participatie.

  • ‘Niet meer denken: wat is er met deze leerling aan de hand, maar denken: wat heeft deze leerling nodig?’.

  • Inclusief onderwijs is geen doel op zich, het is een middel om te komen tot een inclusieve samenleving.

  • Een strikt onderscheid tussen gewoon en buitengewoon onderwijs is een hindernis om inclusief onderwijs te realiseren.

GO! standpunt Meer info Tijdslijn

Het GO! staat helemaal achter inclusief onderwijs. Elk individu moet de kans krijgen op een optimale ontwikkeling; een ontwikkeling die niet leidt tot nivellering en standaardisering, maar die gedifferentieerd is naar ieders talent, competenties, interesses en mogelijkheden. Dat kan door enerzijds milieuachterstanden en beperkingen van leerlingen te milderen of weg te werken door aangepaste hulpverlening, en anderzijds door in te spelen op specifieke behoeften van meerbegaafde en talentrijke jongeren. Goed onderwijs voor alle leerlingen is waar we naar streven binnen het pedagogisch project van het GO! .

De toenemende diversiteit in onze samenleving stelt de huidige onderwijsorganisatie voor complexe uitdagingen. Het is niet eenvoudig om tegemoet te komen aan de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van alle leerlingen en om een kwalitatief onderwijsloopbaanperspectief te realiseren. Daarbij moeten we meer dan individuen met elkaar verbinden om het samen leren samenleven te realiseren. Een brede focus op ontwikkeling met de nadruk op mogelijkheden eerder dan beperkingen, en voldoende opportuniteiten voor een gedifferentieerde aanpak zijn daarbij cruciaal. Jammer genoeg stellen we vast dat het onderwijs in Vlaanderen op veel vlakken fout loopt:

  • Een hoog percentage jongeren verlaat het middelbaar onderwijs zonder diploma;
  • Kansarme leerlingen hebben lagere slaagkansen in het hoger onderwijs;
  • Onze maatschappij telt steeds meer jonge leefloners.

En … Als je weet dat ons onderwijs op dit moment sociale ongelijkheid reproduceert, dan is het volgende cijfer alarmerend: één kind op de tien in Vlaanderen leeft onder de armoedegrens.

Daarom wil het GO! dat:

  • ons onderwijs inclusief wordt;
  • het onderwijspersoneel ervan uitgaat dat het intelligentie kan beïnvloeden, het uitgangspunt is een growth mindset;
  • ons onderwijs ontwikkelingsgericht wordt;
  • ons onderwijs op het leerpotentieel van de leerlingen focust;
  • ons onderwijs geen dead ends bevat.

Een dergelijk onderwijs zou de volgende effecten kunnen hebben:

  1. Het vormt burgers die eigen keuzes kunnen maken;
  2. Het vormt burgers die een eigen levensproject realiseren;
  3. Het vormt burgers die volwaardig kunnen participeren in de maatschappij.

Het inclusieve onderwijs waarvan we dromen is geen doel op zich, het is een middel om te komen tot een inclusieve samenleving. Met een inclusieve maatschappij bedoelen we een samenleving waarin iedereen evenwaardig kan en mag deelnemen, ongeacht zijn achtergrond of beperking. Het is een samenleving waarin iedereen zich verbonden en betrokken voelt. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van het individu en de maatschappij waarbij de maatschappij de nodige inspanningen doet, zodat het individu zich kan integreren.

Met de ReDiCoDi-maatregelen ondersteunen we het leren van alle leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, ongeacht de beperking die officieel bij hen werd vastgesteld. ReDiCoDi staat voor Remediëren, Differentiëren, Compenseren en Dispenseren. Ten onrechte stelt men vaak dat ReDiCoDi-maatregelen enkel van toepassing zijn op leerlingen met een officieel vastgestelde beperking. Alle leerlingen die (tijdelijk) moeilijkheden ervaren bij het leren en daardoor beperkt worden in de participatie aan het onderwijsgebeuren, kunnen ReDiCoDi-maatregelen nodig hebben. Deze maatregelen maken een sterke leeromgeving voor alle leerlingen mogelijk:

  • Remediërende maatregelen: het probleem op een directe manier aanpakken door instructie en het aanleren van strategieën;
  • Differentiërende maatregelen: maatregelen waarbij de school, binnen het gemeenschappelijk curriculum, een beperkte variatie aanbrengt in het onderwijsleerproces om beter tegemoet te komen aan de behoeften van individuele leerlingen of groepen van leerlingen;
  • Compenserende maatregelen: belemmeringen om goed te leren verminderen en/of opheffen;
  • Dispenserende maatregelen: de leerling vrijstellen van bepaalde activiteiten, vakonderdelen, etc en die vervangen door evenwaardige activiteiten en doelen.

Inclusief onderwijs: Van het M-decreet naar het leersteunmodel

Even terugblikken

Sinds 1 september 2015 trad in Vlaanderen het M-decreet in werking. Dit decreet legde de basis voor inclusiever onderwijs en gaf leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften het recht op redelijke aanpassingen in het reguliere onderwijs. Het zorgde ervoor dat inclusief onderwijs de norm werd en buitengewoon onderwijs een uitzondering.

Hoewel het M-decreet belangrijke stappen zette, was er ook kritiek op de praktische haalbaarheid en ondersteuning voor scholen en leerkrachten. Daarom introduceerde de Vlaamse Regering in 2023 het nieuwe leersteundecreet. Dit decreet vervangt het M-decreet en wil inclusief onderwijs versterken met een meer realistische en flexibele aanpak.

Het nieuwe leersteunmodel

Het leersteunmodel bouwt voort op een sterke brede basiszorg en verhoogde zorg binnen het reguliere onderwijs. Multidisciplinaire teams (CLB, Leersteuncentrum, pedagogische begeleidingsdienst) ondersteunen scholen om inclusieve trajecten op te zetten. Scholen werken samen met leersteuncentra (LSC) om expertise en ondersteuning op maat te bieden.

Scholen voor gewoon onderwijs hebben toegang tot leersteun voor de begeleiding van leerlingen met een GC-verslag (verslag gemeenschappelijk curriculum), IAC-verslag (verslag individueel aangepast curriculum) of OV4-verslag (verslag opleidingsvorm 4). Dit zijn de nieuwe benamingen voor het gemotiveerd verslag en verslag. Ook voor leerlingen met een gemotiveerd verslag of verslag van voor 1 september 2023 kan de school toegang tot leersteun krijgen.

Scholen bekijken met het leersteuncentrum wie, wanneer welke ondersteuning best kan beiden en hoe. Hiervoor is afstemming met de leerling en ouders noodzakelijk.

Pijlers van het leersteunmodel en opdracht van leerondersteuners

  1. Leersteun bevordert de maximale ontplooiing, de leerwinst, het welbevinden, de zelfredzaamheid en de volwaardige participatie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs.
  2. Leersteun versterkt de competenties van leraren en schoolteams in scholen voor gewoon onderwijs in het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en het creëren van een inclusieve klaspraktijk en schoolcultuur.

Het zorgcontinuüm als kern van inclusie

In het leersteunmodel blijft het zorgcontinuüm de rode draad in de begeleiding van leerlingen. Het biedt scholen een kader om ondersteuning op maat te organiseren, opgebouwd in vier fasen:

  1. Brede basiszorg: differentiatie en ondersteuning die alle leerlingen ten goede komen. Essentieel hierbij is een krachtige, inclusieve leer- en leefomgeving, waarbij basismaatregelen voor een (sub)groep leerlingen preventief en proactief worden aangeboden.
  2. Verhoogde zorg: extra maatregelen (die (nog) geen basismaatregelen zijn) voor leerlingen met specifieke onderwijsnoden.
  3. Uitbreiding van zorg: toeleiding naar leersteun door CLB en intensieve begeleiding in samenwerking met multidisciplinaire teams en leersteuncentra. De leerling heeft nood aan ondersteuning, waarbij specifieke maatregelen nodig zijn. Dit zijn maatregelen die de school (nog) onvoldoende kent/kan invoeren, noch in brede basiszorg, noch in verhoogde zorg.
  4. Doorverwijzing: IAC of OV4: dit is de fase van “zorg op maat”. Alleen wanneer alle andere maatregelen onvoldoende blijken, maakt het CLB voor een leerling een IAC- of OV4-verslag op. Met dit verslag kan een leerling school lopen in het gewoon onderwijs of in het buitengewoon onderwijs. Dit is een keuze van de ouders.

Afweging van redelijke aanpassingen

Een school mag een leerling niet weigeren zolang de noodzakelijke aanpassingen als redelijk worden beschouwd. Wanneer de aanpassingen disproportioneel zijn, kan een inschrijving ontbonden worden. Deze beslissing wordt genomen in overleg met de ouders, op basis van vastgelegde criteria.

Versterken van inclusieve capaciteit

Scholen die vaker besluiten dat aanpassingen disproportioneel zijn, worden gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen in het organiseren van onderwijs voor leerlingen met een IAC. De onderwijsinspectie houdt toezicht op dit proces en ziet toe op een correcte en transparante afweging van redelijke aanpassingen.
Het zorgcontinuüm blijft zo een krachtig instrument om inclusie te waarborgen, met respect voor de noden van alle leerlingen en de mogelijkheden van de school.

Inclusief onderwijs als richtinggevend principe

Het leersteunmodel sluit aan bij de visie van het GO!: brede, inclusieve scholen die elk kind de kans geven om te leren en zich te ontwikkelen, ongeacht hun specifieke noden. Het model bouwt verder op de principes van handelingsgericht werken en streeft naar een onderwijsomgeving waarin iedereen erbij hoort.
Met dit model zet Vlaanderen verdere stappen om het onderwijs inclusiever te maken, met oog voor zowel de noden van leerlingen als de realiteit van scholen en leerkrachten.

Blader door de tijdslijn