maandag 07 december 2020
Marleen Driesmans

Oog voor hoogbegaafd

Oog voor hoogbegaafde leerlingen, dat staat centraal in het project ‘Voorbeeldscholen op het vlak van cognitief sterk functionerende leerlingen’ van het Departement Onderwijs en Vorming. Directeur Marleen Driesmans van GO! basisschool ’t Kofschip in Edegem legt uit waarom haar school geselecteerd is. En waarom dit project een grote stap vooruit betekent.

Het Departement Onderwijs en Vorming heeft dertien scholen en een expertisecentrum geselecteerd voor het project ‘Voorbeeldscholen op het vlak van begeleiding van cognitief sterk functionerende leerlingen’. Ruim de helft daarvan zijn GO! scholen. Iets om trots op te zijn. Een van de negen geselecteerde basisscholen is GO! basisschool ’t Kofschip uit Edegem, en dat is niet toevallig, weet directeur Marleen Driesmans. “Toen ik hier achttien schooljaren geleden startte, had de school al ervaring met begeleiding voor hoogbegaafde kinderen, onder impuls van Tessa Kieboom van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek. Die kennis hebben we in een wetenschappelijk onderbouwde langetermijnvisie gegoten. Daarop hebben we al die jaren voortgebouwd om te komen tot de expertise die we nu hebben. Onze school heeft minstens vier hoogbegaafde kinderen per klas. Dat is veel, soms te veel, maar het is ook goed dat de leerlingen elkaar hebben. Bovendien kunnen we zo differentiëren in de klas op het niveau van groepen, want individueel onderwijs is niet altijd haalbaar.”

Met z’n allen klimmen

Het eerste doel van het project is de praktijk in kaart brengen. In Edegem is die te vatten onder de noemer ‘klimopbeleid’, legt Marleen uit: “Net zoals klimop moeten wij allemaal omhoog, waar we ook zijn. Ben je goed in rekenen, dan moet je niet met je duimen zitten draaien, maar krijg je extra oefeningen. Heb je het moeilijk met rekenen, mag je ook niet bij de pakken blijven zitten. En wie het makkelijker heeft op het ene vlak, ondervindt soms moeilijkheden op een ander domein. Om te differentiëren is elke klas onderverdeeld in drie groepen: het gemiddelde, leerlingen die het moeilijker hebben en kinderen die op een bepaald vlak vooruitlopen. Blijkt dat toch onvoldoende, dan krijgt zo’n kind extra ondersteuning van de klimopleerkracht. Wij spreken niet van een zorgcoördinator, omdat het woord ‘zorg’ een probleem veronderstelt. Door leerlingen betuttelend in hun zwaktes of sterktes te bevestigen, vergroot je de kloof alleen maar. In dit specifieke geval leren hoogbegaafde kinderen bij juf Danielle Verheye bijvoorbeeld samenwerken en omgaan met falen. Dankzij het klimopbeleid groeit elk kind op eigen tempo, maar toch in groep. En voorop staat dat het klimopbeleid een teaminspanning is. We werken met alle leerkrachten samen om alle leerlingen, zonder onderscheid, vooruit te helpen.”

quote icoon

Met dit project komen we tot een sterk gezamenlijk beleid voor hoogbegaafde leerlingen. Want de noden van die kinderen worden nog altijd onderschat.

— Marleen Driesmans, directeur GO! basisschool ’t Kofschip in Edegem

In balans blijven

Het tweede doel van het project van de voorbeeldscholen is samenwerken. Daar kijkt Marleen alvast naar uit. “Het lijkt me boeiend om onze ervaringen te delen met andere scholen en tegelijk te leren uit hun expertise. Zo komen we tot een sterk gezamenlijk beleid voor hoogbegaafde leerlingen. Want de noden van die kinderen worden nog altijd onderschat. Omdat de term ‘hoogbegaafd’ zo misleidend is. Het veronderstelt dat die leerlingen fluitend door hun schoolcarrière wandelen, maar niets is minder waar. Zeker niet als er bijkomende zorgen zoals dyslexie of dysorthografie zijn.”

Het project rond hoogbegaafdheid is niet alleen gesneden koek voor GO! basisschool ’t Kofschip, maar past ook binnen het grotere plaatje van gepersonaliseerd samen leren. “Onze visie op inclusie vertrekt vanuit de grote lijnen om zo te differentiëren tot op het niveau van specifieke doelgroepen. Want ‘gepersonaliseerd’ is niet hetzelfde als ‘geïndividualiseerd’”, vertelt Eva Naudts, pedagogisch begeleider basisonderwijs. “Voor cognitief sterke leerlingen betekent inclusie vooral inzetten op compacten en verrijken: de gewone leerstof terugbrengen tot de essentie en de vrijgekomen tijd invullen met verdiepend werk. Concreet betekent dit dat ze dus al eens een instructie kunnen overslaan om meteen over te gaan naar de oefeningen. Of we treden eens buiten het curriculum om hen uit te dagen, zodat ze leren zweten. Maar we laten die sterke leerlingen ook niet blijvend vooroplopen op de rest van de klas. Die balans bewaren is belangrijk en soms moeilijk.”

Kiezen is verliezen

De eerste moeilijkheid bij cognitief sterke leerlingen is de doelgroep identificeren, legt Eva uit. “Het gaat niet om de kinderen die moeiteloos hoge punten halen. Voor die leerlingen volstaat het doorgaans om hen uit te dagen en moeten we niet meteen naar compacten en verrijken overgaan. Cognitief sterke leerlingen die ook nog met een bijkomende nood worstelen, vallen niet altijd meteen op en blijven daardoor soms te lang zonder bijkomende zorg. Door het project van de voorbeeldscholen hopen we nog betere instrumenten te ontwikkelen om hoogbegaafde leerlingen sneller te ontdekken en ze de ondersteuning op maat te geven die ze nodig hebben.”

Een belangrijk slotakkoord zijn de extra middelen die aan het project verbonden zijn. Daar is directeur Marleen Driesmans bijzonder blij mee. “In het onderwijs kiezen we vaak voor de zwakkeren, dat is een logische reflex. Wij hebben er als school voor gekozen om sterk in te zetten op de sterke leerlingen en hun specifieke noden. Maar kiezen is ook verliezen. Met de bijkomende middelen hopen we geen keuzes meer te moeten maken en elk kind de gepaste begeleiding te geven om te kunnen groeien. Want daar draait het uiteindelijk toch om.”

_______

Meer informatie over het project en de deelnemende scholen vind je hier.