Schoolkostenbeheersing

  • We willen betaalbaar onderwijs: een maximumfactuur voor het hele secundair onderwijs en gratis maaltijden op school.

  • Naast betaalbaar onderwijs zetten we in op kostenbeheersend beleid van scholen en armoedevaardig onderwijspersoneel.

  • We zijn waakzaam voor de commercialisering van onderwijs (denk maar aan boekenleveranciers, maar evengoed ICT-materialen).

GO! standpunt Meer info Tijdslijn Praktijkvoorbeelden

Het GO! streeft naar kwaliteitsvol kosteloos en toegankelijk onderwijs voor iedereen. Toch brengt onderwijs kosten met zich mee, zowel voor de school als voor de ouders. Uit onderzoek van SONO blijkt dat:

      • De studiekost in het lager onderwijs gemiddeld € 628 per schooljaar is;
      • In de eerste graad een schooljaar gemiddeld € 1207 kost;
      • In de tweede en derde graad een schooljaar respectievelijk respectievelijk € 1134 en € 1502 kost.

Soms kunnen (of willen) ouders bepaalde kosten niet betalen en blijft de school achter met onbetaalde schoolfacturen. Een studie van personen en gezinnen in schuldbemiddeling toonde aan dat maar een beperkt percentage van de onderzochte dossiers onbetaalde schoolfacturen bevatte. De schoolfactuur blijkt meestal de eerste die wordt betaald. De conclusie is dat als deze factuur niet meer kan worden betaald, er een zwaar onderliggend probleem is. En dat is meestal armoede[1]

Een maximumfactuur in het secundair onderwijs

Er zijn grote verschillen in kostprijs tussen studierichtingen en tussen scholen met een gelijk studieaanbod. De toegang tot bepaalde activiteiten, zoals meerdaagse uitstappen, is sterk bepaald door de sociale achtergrond van de moeder. De toegang tot onderwijs wordt dus bepaald door de financiële slagkracht van gezinnen. Dit zijn goede redenen om de haalbaarheid van de invoering van een maximumfactuur in het secundair onderwijs te onderzoeken.

De maximumfactuur heeft immers volgende voordelen:

      • Ze is de meest structurele vorm van kostenbeheersing en- verlaging;
      • Ze komt, in tegenstelling tot een doelgroepgerichte aanpak, alle ouders ten goede;
      • Ze biedt ouders meer duidelijkheid over de totale maximale kostprijs van een schooljaar;
      • Ze kan scholen aanzetten om rond kostenbewustzijn te werken.

Het GO! pleit ervoor om een maximumfactuur toe te passen in alle graden van het secundair onderwijs, met inbegrip van een minder scherpe maximumfactuur voor meerdaagse uitstappen. Een maximumfactuur in de eerste graad van het secundair onderwijs is eerste stap. Differentieer naargelang de studierichting voor de schoolkosten in de 2de en 3de graad.

Uiteraard moet een maximumfactuur voor scholen ook haalbaar zijn. Het GO! is een sterke voorstander van sociale rechtvaardigheid en gelooft dat een maximumfactuur daaraan kan bijdragen. Wat betreft de financiële haalbaarheid is onze boodschap aan de overheid: een en ander mag de werkingsmiddelen niet hypothekeren.

Schooltoelages afstemmen op de studiekosten voor de laagste inkomens

Ondanks de verhoging van de schooltoeslagen in het Groeipakket[2], zien we voor alle niveaus, en vooral voor de derde graad, nog een duidelijk onevenwicht tussen de schooltoeslag en de werkelijke studiekosten. Het is bijgevolg aangewezen om vooral voor de derde graad de hoogte van de schooltoelage verder aan te passen aan de werkelijke hoogte van de studiekosten.

De piste van kosteloze en gezonde maaltijden onderzoeken

Het GO! stelt voor om voor kinderen kosteloze maaltijden mogelijk te maken in het kleuteronderwijs en de eerste drie jaren van het lager onderwijs. Wij vinden dat kosteloze maaltijden voor kinderen een ernstig debat verdienen. Gezien de aantoonbare positieve effecten op gezondheid en leerprestaties nodigt het GO! de overheid uit om het gesprek aan te gaan over kosteloze maaltijden op school, waarbij ook de totale kosten in ogenschouw worden genomen. Het gaat dan immers niet alleen om de kost van de warme maaltijden op zich, maar ook de nodige infrastructuur (onder andere bijvoorbeeld een probleem in kleinere scholen), de bijbehorende personeelskosten (afwassen, klaarzetten…) en de energiekosten.

Een vijfjaarlijkse monitoring van schoolkosten voorzien

Er ligt meer dan 10 jaar tussen het vorige onderzoek naar schoolkosten[3] en het huidige onderzoek. Intussen hebben veel evoluties plaatsgevonden, denk aan de toegenomen ICT- en vervoerskosten. Schoolkostenmonitoren zijn ter beschikking. Het GO! pleit daarom om elke 5 jaar een monitoring van de schoolkosten te doen. Belangrijk daarbij is ook een toezicht te verzekeren op de bijdrageregeling in het basisonderwijs.

[1] Van Biesen, J., (2020), Omgaan met onbetaalde schoolfacturen. Studeren, zonder in het krijt te staan, Uitgeverij Politeia nv, pp. 11-12.

[2] De schooltoelage is de jaarlijkse steun voor gezinnen met schoolgaande kinderen en een laag inkomen, en dit in het kader van het Groeipakket.

[3] Poesen, Vandeputte & Bollens (2008).

quote icoon

Het GO! pleit voor een bredere invoering van de maximumfactuur in het onderwijs.

De rol van scholen en scholengroepen in het GO!

De kosten van leren

Slechts de helft van de scholen geeft in een onderzoek van SONO aan dat ze een code of beleidsverklaring hebben rond de beheersing van studiekosten. Het strekt dan ook tot aanbeveling te blijven investeren in het versterken van het kostenbewustzijn van scholen in combinatie met het ondersteuningsaanbod van vzw Krijt. In het lager onderwijs moet aandacht gaan naar de bijdrageregeling, want die omvat nog steeds het gros van de studiekosten voor ouders.

Mindshift bewerkstelligen in de volledige schoolorganisatie

      • Op schoolniveau kunnen directies een voortrekkersrol spelen door het onderwijzend én ondersteunend personeel attent te maken op het belang van kostenbeheersing en de noodzakelijke ‘mindshift’ in de volledige organisatie te promoten en op te volgen.
      • Vertrouwd worden met de leefwereld van mensen in armoede en de drempels die mensen in armoede moeten overwinnen
      • Vormingen rond communicatieve vaardigheden en alert worden van signalen zoals eens verdedigingsreflex bij ouders
      • Kritische houding tegenover stigmatiserende liefdadigheid

Transparantie in de kosten creëren

      • Kosten duidelijk omschrijven in de schoolreglementen en hoe de betalingen gebeuren.
      • Communiceren over schoolkosten naar ouders bij inschrijvingen en andere contactmomenten.
      • Brochure voor ouders die de afspraken samenvat.
      • Duidelijk aangeven op facturen waarvoor er betaald wordt.

Communiceren

      • Proactief en preventief beleid ontwikkelen waarbij signalen (h)erkend kunnen worden.
      • Een sterk inschrijvingsteam en een warm onthaal waarbij mensen zich welkom en begrepen voelen.
      • Daarnaast een vertrouwenspersoon die polst als een rekening niet meteen betaald geraakt.

Garantie bieden op schoolboeken voor iedereen op 1 september

Een goed beleid rond schoolkosten spitst zich ook toe op de uitgaven voor schoolboeken en drukwerk. Onderzoek wijst uit dat deze “kostenrubrieken” een belangrijk aandeel hebben in de totale schoolkosten. Een goed beleid rond schoolkosten spitst zich ook toe op de uitgaven voor schoolboeken en drukwerk.

1. Het systeem van online bestellingen:

A. Maak duidelijke afspraken met de leveranciers

          • IJver voor een redelijke kostprijs.
          • Beding een respectvolle/bereikbare klantendienst die ondersteunt bij bestellings- of betaalproblemen.
          • Discussies van het ene schooljaar worden niet doorgetrokken naar het ander.
          • De ouder wordt enkel geconfronteerd met de door de school verplichte aankopen.
          • Vraag garanties op mogelijkheid tot gespreide betaling/afbetalingsplan, zonder extra kost.
          • Om verdere minnelijke schikking of gerechtelijke invordering te vermijden heeft het schoolbestuur de mogelijkheid om de schuldvordering aan de leverancier te betalen.
          • Doorverwijzing naar een invorderingsbedrijf is een ultieme noodoplossing bij uiterst zeldzame gevallen van onwil.

B. Zorg ervoor dat elke leerling op 1 september over alle leermiddelen beschikt door zelf noodpakketten in huis te hebben.

C. De school blijft een go-between tussen leverancier en ouders om klachten uit te zoeken.

2. Scholen kunnen alternatieven opzoeken via open source cursussen

3. Een boekenfonds voor verhuring of tweedehands boeken (inclusief complementair of digitaal aanbod via QR-code)

Creatief en bewust omgaan met extra-murosactiviteiten

      • Eendaagse uitstappen passen bij de eindtermen en maken gebruik van de mogelijkheden in de omgeving.
      • Zorg voor een spaarplan voor meerdaagse uitstappen over een aantal jaren en de mogelijkheden benutten via de mutualiteit.

Aandacht voor leerlingen met een functiebeperking

Eerste resultaten in wetenschappelijk onderzoek wijzen erop dat bijna alle leerlingen met een functiebeperking bijkomende uitgaven maken voor gespecialiseerde ondersteuning. Vooral in het lager onderwijs. Een op drie heeft uitgaven voor extra leermiddelen. De mediaan van de uitgaven ten gevolge van een functiebeperking is 1500 euro voor een schooljaar

Een goed schoolkostenbeleid met partners

Met scholen

      • Gemeenschappelijke aankopen binnen scholengemeenschap(pen)
      • Schooloverstijgend solidariteitsfond
      • Sensibiliseringsactief met lokale overlegplatformen (LOP’s)

Met subsidiërende instellingen

      • BLOSO
      • Koning Boudewijnstichting

Met lokale overheden

      • Sociale voordelen: gemeentelijke infrastructuur, leerlingenvervoer, gemeentelijk zwembad en toezicht
      • Steun van ouderverenigingen
      • Projectsubsidies of steun van lokale handelaars

Andere lokale partners

      • OCMW
      • CAW

Onbetaalde facturen

Aangezien het GO! ernaar streeft een preventief beleid te voeren, stelt het GO! voorzichtig om te springen met curatieve maatregelen. Een curatief beleid is in geen geval een alternatief voor het preventieve beleid. Het is er wel het sluitstuk van en is uitsluitend gericht op ouders die weigeren te betalen, zelfs als ze dat kunnen. Op curatief vlak is de scholengroep mee verantwoordelijk. Bij signalen omtrent onbetaalde facturen in een school moet de scholengroep het kosten(beheersend) beleid van die school evalueren, curatieve maatregelen voorstellen, zelf nemen of uitbesteden aan derden. Maar: de scholengroep zal te allen tijde verantwoordelijk worden gesteld voor het al of niet schenden van het belangrijke principe van het Internationaal Vedrag voor  de Rechten van het Kind: bij alle maatregelen vormen de belangen van het kind de eerste overweging. Curatieve maatregelen kunnen zijn: tussenkomst van vrederechter of gerechtsdeurwaarder, en een dossier voor de federale overheidsdienst Registratie en domeinen.

Bijkomende aandachtspunten

      • Het GO! blijft waakzaam voor de commercialisering van onderwijs (denk bijvoorbeeld aan de boekenleveranciers, uitgeverijen, ICT).
      • Het is belangrijk om armoedevaardig onderwijspersoneel te vormen in het kader van ons breder GOK-beleid.

 

Even terugblikken

In België heeft iedereen recht op gratis toegang tot het leerplichtonderwijs. Dat staat in de grondwet. En dat zegt ook onder meer het internationaal Kinderrechtenverdrag. Het decreet van 1997 dat het basisonderwijs regelt bevestigt dat. En de wetgeving uit 2001, onderwijsdecreet XIII, gaat nog een stap verder: het verbod op inschrijvingsgeld blijft, maar een school mag ook geen bijdragen vragen aan de ouders voor activiteiten en materialen die nodig zijn om eindtermen en ontwikkelingsdoelen te halen. Welke kosten een school wel kan/mag doorrekenen, moet bij het begin van het schooljaar op een bijdragelijst voor de ouders staan. Goed geregeld, maar in de praktijk liep het niet overal en altijd even vlot. Voor scholen kwam dat door de onduidelijke regelgeving, want welke activiteiten en materialen waren noodzakelijk en welke niet?

De overheid zorgde voor duidelijkheid met de wetgeving over kostenbeheersing (decreet 2007) en sinds 1 september 2008 krijgen basisscholen extra werkingsbudget door de nieuwe financiering. Dat is ook het schooljaar waarin de dubbele maximumfactuur werd ingevoerd. Er is de scherpe maximumfactuur voor activiteiten en verplichte materialen die niet strikt noodzakelijk zijn voor de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen. En de minder scherpe maximumfactuur voor meerdaagse activiteiten buiten de schoolmuren.

Wat wil de Vlaamse overheid?

Sinds de maximumfactuur in het basisonderwijs bestaat, werd vooral enkel de hoogte ervan aangepast. Zo steeg de scherpe maximumfactuur in het schooljaar 2015-2016 in het lager onderwijs van 70 naar 85 euro per jaar. In het kleuteronderwijs geldt nu overal hetzelfde tarief: 45 euro per jaar. Voor dit schooljaar (2016-2017) is dit onveranderd gebleven. Voor de minder scherpe maximumfactuur – niet in het kleuteronderwijs – is een basisbedrag vastgelegd voor de volledige duur van het lager onderwijs. In het schooljaar 2015-2016 was dat maximaal 410 euro, dit schooljaar 420 euro.

Voor schooltoelagen heeft de Vlaamse regering gezorgd voor een automatische toekenning via het Groeipakket. Wel zien we nog, zeker voor de derde graad van het secundair onderwijs, een duidelijke discrepantie tussen die schooltoeslag en de werkelijke studiekosten. Het is aangewezen om de hoogte van de schooltoeslag dus verder aan te passen aan de werkelijke studiekosten.

Blader door de tijdslijn